zondag 2 juni 2013

Basalt uit Mongolië



Vrijdag ben ik met mijn moeder naar een steenhouwerij geweest om te praten over een grafmonument op mijn vaders graf. We hadden afgelopen weken ongevraagd diverse brochures door de brievenbus gekregen van grafsteenleveranciers, maar over één ding waren we het eens: wat daar werd aangeboden wilden we zeker niet. Het is een fantasiearme branche zo lijkt het. Ik weet wel, er zijn kunstenaars die hele mooie en persoonlijke dingen maken, maar zo ver waren we nog niet.
De mainstream leveranciers bieden allemaal hetzelfde aan, met eindeloze variaties binnen heel kleine marges. Alle folders zien er ook hetzelfde uit. Zwarte ondergrond met willekeurig over de pagina verspreid de fotootjes van hun creaties, en daar zit dan steevast plaatselijk een millimeterdikke laag glansvernis overheen, om ze maar zo veel mogelijk van de pagina te laten glimmen. Het deed ons denken aan de dessertkaart van een restaurant met uitbundige sorbets en ijscoupes.

Dat wilden we dus niet, en we hadden de overtuiging dat mijn vader dat ook niet mooi gevonden zou hebben. Bij mij was al vrij vroeg het idee ontstaan om een groot blok basalt te gebruiken. Vanwege de relatie met de rivier, de dijken, de kribben en waterkeringen. Eindeloos veel keren moet mijn vader uit zijn roeibootje op de basaltkeien gestapt zijn. En een ruw stuk steen beeldt de ongereptheid en authenticiteit uit die we misten in die gepolijste grafsorbets. Basalt is van zichzelf hoekig met vlakke kanten. Op zo'n vlakke kant zou dan de tekst gegraveerd kunnen worden.
Nu zijn de basaltblokken die we hier langs de rivier zien een beetje te klein maar ik had alsmaar het beeld voor ogen van de deltawerken waar ze veel grotere blokken gebruikten omdat de stroming daar veel sterker is. Kleine blokken zouden daar wegspoelen. Dat is ook gebeurd als ik me de verhalen goed herinner die me ooit verteld zijn door een scheepsmakelaar, die de speciale vaartuigen moest verkopen die voor de deltawerken zijn gebouwd. Ze moesten grotere blokken laten aanrukken om bij de pilaren van de oosterscheldekering te dumpen. De eerste lading stenen is toen weggespoeld. Ik moest in dat verband ook denken aan de noodvoorraad blokken die door Rijkswaterstaat achter de hand gehouden wordt om in geval van paniek te kunnen gebruiken. Niet dat ik zo'n blok uit hun noodvoorraad op het oog had. Ik dacht dat een land-art kunstenaar ze verwerkt heeft in een kunstwerk. Ze lagen daar toch maar te liggen. Ik kan het me niet precies meer herinneren. Was het Jan Dibbets? De stenen waren neergelegd in de vorm van de plattegrond van een kathedraal. Wie kan mijn geheugen opfrissen, waar was het ook weer en wie? Ik kan het niet meer terugvinden.
Als de nood aan de man is dan gaat Rijkswaterstaat het kunstwerk dus gebruiken om een gat in de dijk mee te dichten. Dat is toch een mooie gedachte, dat er levens gered kunnen worden met een kunstwerk. Ik zou nog wel wat gebouwen willen benoemen die we kunnen opofferen voor dat doel. Maar dit terzijde.

Basaltgroeve in Mongolië
We gingen op aanraden van de begrafenisondernemer naar een steenhouwer die basalt in zijn assortiment heeft. Een grote firma met een enorm terrein waar van alles en nog wat ligt opgestapeld, van ruw basismateriaal tot granieten teddyberen. We liepen met een verkoper over het terrein naar een plek waar ruwe blokken liggen. Basalt gebruiken ze vooral om zuilachtige monumenten te maken. Van nature zit basalt als zuilen in de bodem. Na wat gepraat bleek al snel dat het formaat dat ik voor ogen had toch wel wat lastig werd. Het zou voor het mooi zo'n 70 centimeter moeten zijn om ergens op te lijken. Wat hier op voorraad lag was allemaal te klein. Bovendien was het geen zwart basalt maar bruin. Misschien toepasselijk voor iemand die de Bruijn heet, maar ik wilde toch echt zwart.
Ik bespeurde bij de verkoper al wel enige aarzeling. Hij ging wat heen en weer bellen met leveranciers en kwam terug met het bericht dat als we het echt wilden, het wel geleverd kon worden. We moesten alleen niet al te veel haast hebben, want het kon een maand of drie gaan duren. Het stuk moest namelijk uit Mongolië komen, en aangezien de crisis ook in de stenenwereld heerste waren ze niet meer bereid om zo maar een stuk mee te nemen met een regulier transport. Het zou ook wat gaan kosten, maar als we het echt wilden dan zou hij er zijn best voor gaan doen.

Ik keek mijn moeder aan en zag aan haar gezicht dat ze daar niet enthousiast van werd. We hadden niet gedacht dat het zo'n onderneming zou gaan worden. Er zal best wel ergens in Nederland een blok basalt liggen dat aan de wensen voldoet maar we wilden toch van het hele proces geen drama gaan maken. Ter plaatse hebben we besloten om dan maar een ander ruw stuk steen uit te kiezen. Het is een Oostenrijkse gletschersteen geworden, mooi groot en donkergrijs. Daar wordt dan een bronzen plaatje op gemonteerd waar de letters verhoogd op liggen. Een compromis misschien... maar ik heb er wel vrede mee.

Toen we later met de vertegenwoordiger aan tafel zaten om de details te bespreken, gaf ik hem mijn visitekaartje. Op mijn kaartje staat een putdeksel afgebeeld, en ik zei gekscherend tegen hem:
"Dat wil ik later op mijn graf; een putdeksel".
Zijn ogen begonnen te glimmen.
"Ja dat kan!" zei hij meteen, "Dan kunnen ze de tekst ingieten. Ja, dat zijn de leuke dingen. Hoe groot zou je dat dan willen?"
Ik kreeg het idee dat hij al gelijk de afmetingen wilde bepalen en aan de slag wilde. Dat leek me een beetje voorbarig. Ik wil daar graag nog even mee wachten.