woensdag 20 oktober 2010
Een onverwachte gebeurtenis
Vandaag was er een onverwachte gebeurtenis. Al van voor mijn komst bij het museum stond er in mijn kamer een ladekast waarvan de laden niet meer opengingen. De sleutel was in het slot afgebroken. Ik had al eens met een tangetje gepeuterd en zelfs licht geweld gebruikt, maar er was geen beweging te krijgen in de vier laden. Nu waren er gisteren twee mensen van de technische dienst in de buurt, voor het versjouwen van een bureau, en die wisten wel raad. Met de grootste schroevendraaier die het museum rijk is verfrommelden ze de ladefronten binnen de kortste keren als een leeg colablikje.
Nu had ik niet echt verwacht een lang verborgen schat aan te treffen, maar de inhoud van de kast was ronduit teleurstellend. Vier laden barstensvol met lege hangmappen.
Totdat ik vandaag nog eens één voor één alle mappen naliep. Er bleek er toch zo maar één tussen te zitten waar wél iets in zat. Zes fotoansichtkaarten en een brief.
De zes fotoansichtkaarten zijn uit de mobilisatieperiode 1914-1918, en tonen groepjes Nederlandse militairen, op een aantal kaarten vergezeld van enkele burgers. De begeleidende brief is uit 1994 en hieruit blijkt dat de kaarten een schenking zijn van een streekarchief, waarvan ik de naam niet zal noemen want het is toch een beetje een genante zaak dat het materiaal zo verloren is geraakt.
Het is me niet helemaal duidelijk of alle kaarten van dezelfde persoon afkomstig zijn, of aan dezelfde persoon geadresseerd waren, want ik zie twee verschillende handschriften en maar één adres. Twee kaarten zijn in ieder geval van ene Jan, die de kaarten als volgt beschreef:
Waarde Ouders
Bij deze meld ik u, goed overgekomen te zijn om 3 uur. En het kiekje is niet goed uitgevallen. Nu, brief volgt, moet op wacht.
Gegroet
Jan
en de tweede lijkt er sterk op maar dan net even anders:
Waarde Ouders
Bij deze stuur ik u het kiekje. Goed uitgevallen hè. Nu ik moet op wacht.
Dag
De kaarten hebben geen adres en geen poststempel dus zijn waarschijnlijk verstuurd in een envelop.
De eerste kaart is een beetje donker en misschien dat hij daarom niet goed beviel, maar eigenlijk mankeert er niet zo veel aan. Het is een groep van zes soldaten, en een moeder met twee kleine kinderen. Een van de soldaten heeft een kind op schoot en zou misschien de vader kunnen zijn. De tweede kaart laat vijf soldaten zien en drie burgers, waarvan een man en twee vrouwen. De man en een van de soldaten hebben bij wijze van grap hun hoofddeksel verwisseld, maar ze kijken er uiterst serieus bij. Er zijn in ieder geval drie soldaten die op beide foto's staan, van de rest ben ik niet zeker. Twee van die drie soldaten zouden wel broers van elkaar kunnen zijn zo veel lijken ze op elkaar. De foto's lijken ook voor dezelfde bakstenen muur genomen te zijn.
Een derde beschreven kaart, in een ander handschrift, is wel echt verstuurd en draagt het poststempel Tilburg, 3.X.17. 3-4 N *7*
De stempelkundigen weten dat het stempel een typenraderstempel is met uur-, dag-, maand-, en jaaraanduiding in de middelste balk. Na de datum 3 oktober 1917 staat de aanduiding 3-4 voor het tijdvak en de N voor namiddag. De sterretje 7 sterretje aanduiding is een volgnummer om te kunnen vaststellen door wie de kaart is gestempeld. Ja mensen, toen hadden we nog posterijen en postkantoren en postbodes en zo. Ook deze portovrije veldpost werd uiteindelijk bezorgd door de reguliere PTT. De kaart is gericht aan Mejuffrouw A.Carléé in Amsterdam en getekend met :
Hartelijk Gegroet, Mil. J.B.Carléé. 7-2-1-4e Divisie, Veldleger.
Op deze foto staan zeven soldaten voor een tent. Het model wigwam. Ik heb ook een foto van mijn eigen opa voor zo'n tent, met zijn voeten in een teiltje met water.
In deze groep van zeven soldaten meen ik weer de twee broers te herkennen. De twee pijprokende types op de eerste rij. En het zouden zo maar broers van Eric Hulzebosch kunnen zijn als ze nu geleefd hadden.
De andere kaarten zijn niet beschreven en zijn van grotere groepen soldaten. Tussen een van de groepen ook weer een aantal burgers, een klein tafeltje waar gebruiksgoederen op zijn uitgestald. Als ik door een loep kijk dan zie ik een sigarendoosje, twee fotolijstjes, een paar pakken levensmiddelen, iets waarop "Het Leven" gedrukt staat, een doosje met de letters HZK.
Volgende week zal ik de hele zaak overdragen aan Theo, dan kan het met een vertraging van zo'n zestien jaar alsnog in de collectie worden opgenomen.
Aris de Bruijn
The Legermuseum Archives
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten