donderdag 23 september 2010

De Haagse jeugd


Het Legermuseum voerde in 1958 een waar publiciteitsoffensief. Men plaatste onder andere een reclamebord aan de weg, waar de gemeente later bezwaar tegen maakte omdat er geen vergunning was en het ontsierend voor de omgeving werd geacht. Een ander middel was het maken van reclame in het openbaar vervoer met scheurbiljetten in de tram. We kennen dat wel, foldertjes die in een hoekpunt een gaatje hebben en die dan met een stapel tegelijk aan een touwtje hangen.
Er werd offerte uitgebracht door drukkerij en reclamebureau Kotting uit Amsterdam, voor het drukken en ophangen van bundels biljetten (200 biljetten per bundel) in 185 stadsmotorwagens, 141 stadsbijwagens en 80 buitenlijnwagens van de Haagse Tramweg Maatschappij gedurende de maand juli 1958. Tevens voor bundels biljetten in 89 tramwagens van de Noord-Zuid-Hollandsche Vervoer Maatschappij, ook in juli 1958. De rekeningen voor deze operaties van respectievelijk fl. 406,- en fl. 222,50 werden overigens rechtstreeks betaald door het Ministerie van Oorlog.
Halverwege de maand juli bleek toch niet alles op rolletjes te verlopen. Directeur Hartmans schreef in een brief aan de HTM :

"Mij is van verschillende zijden mondeling gerapporteerd, dat door de Haagse jeugd grote aantallen scheurbiljetten worden afgerukt; deels kwamen die op straat terecht, deels zijn ze bij wijze van postbestelling in brievenbussen gestopt. Zojuist ontvang ik van het Staatsbedrijf der P.T.T. te 's Gravenhage de mededeling, dat de bijgevoegde bundels tussen de geposte correspondentie werden aangetroffen. Dit briefje met de overtuigingsstukken voeg ik hier bij, daar hieruit duidelijk blijkt, dat gehele bundels met ophangtouw en al werden medegenomen. Het is natuurlijk moeilijk om na te gaan hoeveel honderden afscheurbiljetten zodoende hun doel van propaganda voor het museum hebben gemist. Gaarne vernam ik van U wat U in deze denkt te doen.
Voorts heb ik nog een reservebundel in afzonderlijk couvert bijgevoegd, met het verzoek deze bundel nog een plaats te geven. Voorts kunnen de twee aangebroken bundels, welke ik van de Posterijen ontving, ook weer hun plaats krijgen. Er is dan tenminste nog iets, al is het weinig, goedgemaakt van de voor het museum hoge kosten. Persoonlijk zag ik, dat bundels volkomen in het bereik van zelfs de kleinste jeugd hingen (1 M. boven de vloer)."

De HTM komt niet bijzonder onder de indruk van de klachten van directeur Hartmans, maar is wel bereid om mee te denken. Het hoofd afdeling kas en handelszaken antwoordt:
"Ik moet u tot mijn spijt mededelen dat het afrukken van de biljetten door de jeugd niet altijd is te voorkomen. Ook wat betreft het ophangen van de bundels op een afstand van 1 meter boven de vloer moet ik u mededelen dat dit in bepaalde wagens onvermijdelijk is. Om u echter tegemoet te komen ben ik bereid om de bundels, waar in uw brief sprake van is, op te hangen".


Tijden veranderen. Reclame zit tegenwoordig op de buitenkant van de tram (de Landmachttram) en de kwajongen zit achter het stuur.

Archiefreferentie 0168 briefnummer 112/58

Aris de Bruijn
The Legermuseum Archives

Geen opmerkingen:

Een reactie posten