donderdag 10 juli 2025

Deventer, meer dan koek en boeken ? toch ? - Grand Tour deel 17

Deventer is niet alleen koek en boekenmarkt. Tenminste, daar ging ik wel van uit. Ik wist lange tijd niet hoe ik Deventer moest typeren. Ik weet het nu nog niet. Er is niets eigens. Alles in Deventer kan je ook in andere plaatsen vinden. Dat hoeft niet perse fout of negatief te zijn. Deventer is alles door elkaar, oud en nieuw, mooi en lelijk. Rondom het historische centrum vooral stijlloze kantoorgebouwen die nergens op aansluiten. In het centrum veel plekken waar nieuwe invullingen gemaakt zijn tussen historische panden en dat gaat over het algemeen wel goed. Geen eenheid van stijl en al helemaal geen kleurplan. Wel eigen is een putdeksel dat door de hele binnenstad heen te vinden is. De openingen zijn letters en ik kan in de bovenste regel het woord DEVENTER herkennen, en de onderste regel ook maar dan op zijn kop. Daar tussenin weet ik niet. Wie helpt ? Misschien staat er niets en is het een vrij spel van letters.

 

Deventer heeft een stuk of vijf musea of pseudo-musea. Die ga ik niet allemaal aflopen want ik wil vooral iets van de stad zien. In het NS station begint het al met een 'langsloopmuseum'. Een etalage eigenlijk of is het vitrine? Een hobbyist toont hier zijn schaalmodellen van fantasie landschapjes.

EICAS

Het eerste echte kunstmuseum is het EICAS, in een oud schoolgebouw. Te zien zijn navolgers van de NUL-beweging. Maar eindeloos veel interessanter is de (gast)presentatie van galerie Blauwdruck in het souterrain. Het zijn jonge aankomende kunstenaars die aangesloten zijn bij deze galerie en nu hier een verkoopexpositie houden. Vooral werk dat gemaakt is met gevonden of gerecyclede materialen. Zo'n inspirerende sessie waardoor je meteen zelf aan de slag wil.

Geen schilderwerk maar opgebouwd uit draadjes gekleurd katoen

 Dit kan je ook doen met oude registratiekaartjes - een aaibaar papier-reliëf



Er zijn toch altijd weer mensen die iets leuks weten te bedenken. Dit gaat over iemand die workshops geeft met oude stencilmachines. Schijnt dat zelfs mensen uit het buitenland komen om kunst te maken door middel van stencillen. Ook leuk als groepsuitje, max 8 deelnemers tegelijk.

 

Geert Grote Huis

Het Geert Groote Huis is geheel gewijd aan het leven en werk van Deventenaar Geert Groote, grondlegger van de Moderne Devotie (14e eeuw). Piepklein museum met sterk moraliserend verhaal over religie, zonden, prostitutie, drankmisbruik, geweld, seks, gokken, losbandige jeugd, enz. Alleen voor liefhebbers, ik was er snel mee klaar.

Museum De Waag

Museum De Waag is eigenlijk het enige echte museum in Deventer, en zelfs dit is niet erg groot. Deventer is toch niet echt een museumstad.  

Op de begane grond de lopende wisseltentoonstelling Heavy Metal, over metaalambachten in Deventer: zilversmeden, brons- en tingieters. Niet heel uitgebreid, gelijk verdeeld over de drie ambachten, met daarbij informatie over drie families die in elk ambacht werkzaam waren. Mijn interesse ging vooral uit naar het zilver, met de familie Hallegraaf (in mijn eigen database als Hellegraaf) waarvan 12 leden als zilversmid werkzaam geweest zijn. Bijzonder in de expositie is een koperen insculpatieplaat, waar zilversmeden hum meesterteken in afsloegen. Ik dacht dat die platen veel groter waren.
Er is voor de gelegenheid een nieuw boek uitgekomen: "Deventer goud- en zilversmeden". Mooi boek, mag het Zilvermuseum aanschaffen, het is mij te duur.

 
Een insculpatieplaat en een bodebus. En wat hangt daar onderaan te bungelen, dat lijkt wel een Gulden Vlies, van zilver

 

 
Springer en Van Meegeren

Op de hogere verdiepingen meer over de geschiedenis van Deventer en schilderijen. Schilderij De Waag, van Cornelis Springer (deze is niet nageschilderd door mijn vader), en werken van de meestervervalser Han van Meegeren, die uit Deventer kwam.

 

Deventer heeft iets met fietsen: gewenst of ongewenst, in ieder geval gereguleerd, en de mooiste fietsenstalling die er is, onder de gietijzeren kap van de voormalige botermarkt.

Naar huis met een trommeltje Deventer koek. Natuurlijk van de uitvinders: Bussink Deventer Koek.


 

dinsdag 8 juli 2025

Kleurrijk Zutphen - Grand Tour deel 16

Zutphen 8 juli 2025

Zutphen is beslist een kleurrijke stad. Niet alles natuurlijk, de helft is baksteen, maar wat bij een andere stad nog een kleurincident genoemd kan worden lijkt in Zutphen welhaast de norm. Ja echt, dit is gewoon in Nederland.

 

In het centrum een klein vierkant dekseltje, meer een afwateringsputje, dat ik nooit eerder heb gezien. En hier liggen er tientallen bij elkaar op een groot plein. Het lijkt wel een Vasarely.
Optical Street Art.



Twee musea in één gebouw: Stedelijk Museum en Museum Henriette Polak

Museum Henriette Polak

In het Museum Henriette Polak, genoemd naar de oprichtster, een collectie schilder- en beeldhouwkunst.  

Er is een poging gedaan om ook werken te tonen die in depot zijn. Er staan enkele touchscreen tafels, waarmee je zelf, aan de hand van een thema, een wand kunstwerken kunt samenstellen die dan geprojecteerd worden. Beetje onscherp, en het is slechts een substituut maar een dappere poging.

In een lade liggen voorbeelden en materialen bij drie druktechnieken: houtsnede, litho en ets. Met uitleg. Leuk als aanloop naar de herkenningsdag volgende week. Kunstwerken in deze technieken hangen rondom aan de muur.

twee houtsnedes en een litho

lade met links steendruk, rechtsonder houtsnede, rechtsboven ets

Stedelijk Museum Zutphen

Het Stedelijk Museum vertelt de geschiedenis van de stad Zutphen. Elke zaal heeft enkele panelen met themateksten met langs de onderrand hele fraaie tekeningen ter illustratie van het verhaal. Ik vroeg aan een van de medewerksters van het museum of ze daar ook een strip van hadden gemaakt. Het leek me voor de hand liggen, het is al bijna een strip, ik moest er meteen aan denken, beeld en tekst is er al, het is een kwestie van anders opmaken. Ik zou het wel willen kopen als strip. Maar bij het museum hadden ze er nog nooit aan gedacht. Later werd ik er door dezelfde vrouw nog een keer op aangesproken, ze vroeg me bij die panelen nog eens precies uit te leggen hoe ik dat voor me zag, ze leek het heel serieus te nemen. Toen vroeg ze of ik het niet zelf wilde maken, maar dat leek me toch een brug te ver. Letterlijk te ver ook. Zou wel een leuke opdracht zijn.

 
 
Gilde-zilver en de Muntschat van Bronkhorst
 

Een kijkje in de werkplaats waar ze potscherven aan elkaar lijmen
Op de voorgrond een bidon met een kogelgat waar ze een potlood doorheen gestoken hebben
depot-humor?

 

Architectuur in de stad

On-Nederlandse ronde zinken daken, eerder Belgisch. Rechts de art-deco watertoren (1927)   

Stadhuis, een moderne inpassing in een historische omgeving

Tunnel met lichtsculptuur van Herman Kuijer

En de pay-off voor vandaag:


 

maandag 7 juli 2025

Beelden aan Zee - Grand Tour deel 15

Beelden aan Zee

Maandag is mijn Koninklijke Bibliotheek dag geworden. Dat kan ik nu, maandag 7 juli, combineren met een bezoekje aan Beelden aan Zee dat vandaag voor het eerst ook op maandag open is.

Met het museum Beelden aan Zee heb ik een maquette verleden. Ik herinner me nog goed dat een ouder echtpaar bij ons atelier binnen kwam (1992/1993?) met het verhaal dat ze een museum gingen beginnen om onderdak te bieden aan hun eigen collectie. We hoorden het wat argwanend aan maar de plannen waren al in een vergevorderd stadium. Blijkbaar was er al een locatie, een vergunning, een bouwplan, een architect (Wim Quist). Wat ze nog nodig hadden was een maquette van de omgeving van het museum aan de boulevard van Scheveningen. Ze hadden een Amerikaanse kunstenaar opdracht gegeven om grote beelden te maken rondom het museum en hij had een volumemodel nodig om op te ontwerpen en op te maatvoeren.

Tom Otterness
De kunstenaar was Tom Otterness en hij kwam naar Nederland om te bespreken wat hij precies nodig had. Wij kenden hem niet maar na enig zoeken bleek hij bekendheid verkregen te hebben met het maken van metershoge bronzen teddyberen en andere vrij kinderachtige figuren. Het was vooral heel groot allemaal.

Tom Otterness leek een kruising tussen 'Like a Hurricane" Neil Young en een houthakker, inclusief geruit overhemd en een vreselijk knauwend Amerikaans plattelandsaccent. Maar wel heel sympathiek. Hij vond dat we maar een mooi beroep hadden, dat maquettes maken. Mooi knutselen en zo. Ik deed dat gesprek samen met een collega die de dingen niet altijd zo rooskleurig zag, en die begon over alle dagelijkse moeilijkheden, de deadlines, de discussies met architecten, en dat het altijd wel een struggle was om het voor elkaar te krijgen. Dat ontlokte bij Otterness de reactie "Oh yeaah, I can see, there's bloood on the flooooor." 

De maquette is er uiteindelijk wel gekomen maar het was een nogal aparte opdracht. Eerst het inmeten van het hele terrein aan de boulevard met zijn hoogteverschillen en dan een soort groot formaat bouwpakket maken dat in onderdelen in een houten kist moest passen om in het ruim van een vliegtuig te verzenden. Die kist heeft nog lange tijd in Amerika op een vliegveld gestaan omdat hij het land niet in mocht. Er zat namelijk geen kakkerlak-vrij verklaring bij. De arme verantwoordelijke secretaresse heeft nog lang kakkerlak grappen moeten aanhoren.

haringhapper en boulevard als bouwput
De boulevard voor het Museum Beelden aan Zee is een grote bouwput. Goede planning ook om in het toeristenseizoen de hele boulevard overhoop te gooien. De beelden van Tom Otterness komen een beetje in de verdrukking door hekwerken en bouwmaterialen. 
Het heeft de beeldhouwer bij zijn creaties niet ontbroken aan fantasie en humor. Hele grappige figuren allemaal die ontleend zouden zijn aan sprookjes. Hans en Grietje heb ik gevonden, in een kooitje, en een Pinokkio zonder neus. Sommige beelden zijn wel wat luguber, gekooid, geketend, met een strop om de nek aan een galg. Ik denk dat ze in de VS toch iets andere sprookjes hebben dan bij ons. Eye-catcher is de hele grote haringhapper waarbij de koning en koningin staan toe te kijken.

 


Binnen in het museum is Otterness ver te zoeken. Er zijn twee ansichtkaarten waar zijn naam niet eens op staat (wel de naam van de fotograaf) en een dienblad met een plaatje, ook zonder naamsvermelding. En dat is echt alles. Bij de beelden zelf staat zijn naam ook al niet. Eigenlijk kom je er nooit achter dat het zijn werk is.


Het leukste van het museum vond ik de ruimte met gipsen. Voorstudies van vaak bekende beelden in de openbare buitenruimte. Koninklijk huis gerelateerde beelden zijn voorzien van een oranje cijfertje. Meerdere Wilhelmina's, Willem van Oranje te paard, hoofden van Juliana en Beatrix. Over het geheel genomen kan Beelden aan Zee niet tippen aan Het Depot in Wageningen, en de bewering dat dit het enige museum in Nederland zou zijn dat in zijn geheel gewijd is aan beeldhouwwerken klopt echt niet.
Het museum zou ook een collectie penningen hebben maar daar is niets van te zien. Waarom niet? Het is niet zo dat er geen ruimte is want alles staat heel ruim en er zijn zat lege plekken. 

Ik denk wel dat het voor het museum een geslaagde eerste maandagmiddagopenstelling was want het was best druk.

's Morgens bij de KB een hoofdstuk in een wetenschappelijk Duits tijdschrift gescand over Duitsers die in de Eerste Wereldoorlog een belangrijk Belgisch dinosaurus-skelet wilden stelen als oorlogsbuit en overbrengen naar het oudheidkundig museum in Berlijn. Een bizar verhaal waar misschien wel een artikeltje in zit voor publicatie in De Groote Oorlog.

woensdag 2 juli 2025

Grand Tour deel 14 - Den Helder

Lelijkste stad van Nederland ? 

Den Helder op woensdag 2 juli 2025

Den Helder is bijna synoniem aan Marine dus het marinemuseum en Fort Kijkduin staan vandaag op het programma. Maar eerst een beeld schetsen van de stad. Men zegt dat Den Helder de laatste jaren een face-lift heeft ondergaan om van het imago lelijkste stad van Nederland af te komen (persoonlijk vind ik Veenendaal het lelijkst en sluit ik mij aan bij Joop Visser's / Jaap Fisher's 'Het blijst van allemaal, word ik van Veenendaal'). En voor het predicaat saaiste stad eindigde Den Helder maar net achter Emmen. Voor de architectuur wordt de schuld gegeven aan de grote wederopbouwprojecten van na de Tweede Wereldoorlog. Den Helder noemt zich ook 'de meest gebombardeerde stad van Nederland', vandaar de eindeloze reeksen identieke woonblokken opgetrokken uit één en dezelfde soort baksteen en zonder ook maar de geringste verfraaiing. Bouwen was het devies, en snel een beetje.


Ik weet niet hoe het er vroeger uit zag maar ik denk dat met de face-lift gezinspeeld wordt op de vele nieuwe baksteen inbreiding locaties. Ze zijn dus bij baksteen als materiaal gebleven, dat hoort nu eenmaal bij deze stad, het zou raar zijn opeens iets heel anders te gaan doen. Wat mij betreft is het resultaat heel geslaagd. Grote variatie in baksteensoorten en -kleuren. Variatie ook in bouwhoogte en kaprichtingen. Veel verschillende geveldetailleringen, omkaderingen en bekroningen van natuursteen of beton. Elk pand individueel ontworpen en geen uit de la getrokken standaard oplossingen. Zo krijg je een stadsbeeld dat organisch over langere tijd lijkt te zijn ontstaan terwijl het in werkelijkheid vrijwel tegelijk is gebouwd. Ik heb alleen nog maar het centrum gezien maar in de buitenwijken schijnt ook veel goeds te gebeuren, terwijl ze nog maar op de helft zijn van alle plannen, dus dat belooft nog wat. Ze hebben ergens een flatgebouw met Gaudi-achtige gebogen vormen die helemaal uit een 3d printer zijn ontstaan. Dat heb ik nog niet gezien.

 


Voor zover ik weet is er nooit een kleurenroute gemaakt van Den Helder, maar als ik er zelf een zou moeten bedenken dat komt daar zeker de kleur geel in voor. De oudere wijken hebben een traditioneel beeld van donkergroen tot zwart voor de draaiende delen, maar op de nieuwere locaties wordt opvallend veel geel gebruikt. Variërend van citroengeel via okergeel tot bijna groen. Ik zou ook okergroen hier bij willen betrekken. Een bijzonder fraai voorbeeld is een nieuw pand in helder rode baksteen met kozijnen en deuren in twee kleuren olijfgroen. Bravo voor wie dit bedacht heeft.

voor mij een perfecte kleurcombinatie

Fort Kijkduin

Strikt genomen niet in Den Helder maar in Huisduinen, niet ver van vuurtoren Lange Jaap. Ik was jaren geleden al eens bij dit fort, met een excursie van de Stichting Menno van Coehoorn. Toen was het nog een ruïne (we konden de opbouw van de muren toen goed zien in de puinhoop) en er bestonden alleen nog maar plannen voor de restauratie en de bouw van een zeeaquarium. Dat is intussen al lang gerealiseerd en moest ik toch een keer gaan zien.
Museumkaart doen ze hier niet aan, kan niet vanwege het aquarium werd als reden opgegeven. Kluisjes en een garderobe zijn er ook niet. Het fort heeft twee routes, een museumroute en een aquariumroute. Het verhaal van het museum loopt van Napoleon tot einde Tweede Wereldoorlog. De Duitsers hebben een dikke plak beton bovenop het fort gestort om het bomvrij te maken. Voor die tijd bomvrij dan. De museumroute door het fort gaat ook een stukje buitenom. over de wallen om door een ondergronds tunneltje weer terug te komen in het fort. Afdalen via een wenteltrapje waar de wenteltrap in het KHA museum nog riant bij vergeleken is. 

 


Voor het aquarium alleen even om een hoekje gekeken, ik zag lage glazen bakken met blauw water waar dingen in rondbewogen.
Lunch in een van de gelegenheden dichtbij, vanaf een terras met uitzicht op zee met heen en weer varende vissersschepen, zwermen meeuwen in hun kielzog.
Van het fort met de bus terug naar station Den Helder. Ik was de enige passagier en de chauffeur was blij toch niet voor niets te rijden. 


Willemsoord

Willemsoord is een voormalig marinecomplex, gesticht door Willem I (vandaar de naam). Na een eerste mislukte herontwikkeling heeft de gemeente het teruggekocht en is op het uitgestrekte terrein nu van alles te vinden: horeca, theater, bioscoop, gedeeltelijk nog steeds in gebruik bij marine, haven met schepen, een droogdok, aan het ene uiteinde het marinemuseum en aan het andere eind een reddingsmuseum. 
Het marinemuseum is één van de vijf defensiemusea die in een stichting zijn ondergebracht waar ook het NMM in Soesterberg in zit. Voor de oprichting van die stichting moest ik een keer aan de vijf toenmalige museumdirecteuren uitleggen hoe ze moesten samenwerken in een wiki. Directeur van het marinemuseum was toen kapitein-luitenant ter zee voor speciale diensten Harry de Bles. Nou, de uitleg ging goed en ze zeiden braaf dat ze het begrepen maar ze hebben er natuurlijk nooit mee gewerkt. Idée fixe van mijn directeur.

 


Het Marinemuseum is zeer uitgebreid en heeft als hoofdgebouw een van de voormalige marinegebouwen, vervolgens twee bijgebouwen, twee schepen aan de kade waar je in kan (een ramschip en een mijnenveger), diverse wapentuigen her en der op het terrein. Meest spectaculair is ongetwijfeld de onderzeeboot. Bij binnenkomst zeiden ze meteen: als je van plan bent om alles te gaan zien, begin dan bij de onderzeeër. Het was toen nog geen 2 uur en het museum was open tot 5 uur dus dat geeft al aan hoeveel er te zien is.

 


Onderzeeboot TONIJN

Ik heb het later even opgezocht: het gevaarte is meer dan 78 meter lang en had een bemanning van 67 manschappen. Nederlands fabricaat gebouwd in 1966 en uit de vaart genomen in 1991 ligt het nu prominent op de kade van Willemsoord. 

 

volgepropt met apparatuur


Afscheid van Den Helder

opschrift in een urinoir





 


zondag 29 juni 2025

Intermezzo - deksels 1

Deksels in Arnhem

Deksels in Alkmaar


Deksels in Amsterdam
 
 
Deksels in Eindhoven


Deksels in Goes


 Deksels in Middelburg


 

vrijdag 27 juni 2025

Jo Koster in Museum Gouda - Grand Tour deel 13

Vrijdagmiddag 27-6-2025

Even snel heen en weer speciaal voor de tentoonstelling Jo Koster in Museum Gouda. Ik had de aankondigingsposters al heel lang zien hangen in het NS station van Gouda, maar ik vond ze een beetje eng. Wie was die vrouw met dat ene zwarte oog?


Nu weet ik het, Jo Koster had op latere leeftijd een oogaandoening gekregen en kon met één oog niet meer zien. Desondanks is ze door blijven werken tot haar dood. Ze heeft in veel verschillende stijlen gewerkt, probeerde eigenlijk alles uit wat om haar heen gebeurde. Reisde veel en had veel contact met tijdgenoten. Begrijp eigenlijk niet waarom ze zo onbekend gebleven is want ze maakte prachtige dingen.

 

Meteen ook even naar de nieuwe stukken keramiek geweest. Examenstukken van afgestudeerden van de keramiekopleiding in Gouda


 

 

donderdag 26 juni 2025

Arnhems Blond - Grand Tour deel 12 - 24 en 26 juni

Arnhem is te groot en er is te veel te zien om op één dag te doen dus dat worden er minstens twee. Arnhem is ook de eerste stad waar ik een uitgebreide gepubliceerde kleurenroute van heb. Die route is heel lang en ook niet in één keer te lopen, het gaat tot ver buiten het centrum en zelfs tot het stadsdeel aan de andere kant van de Rijn. De Kleurenroute Arnhem, door de vermaarde kleurenspecialist Rob van Maanen is een hogeschool verhandeling over verschillende soorten wit. Dat ga ik hier niet allemaal navertellen maar het komt er op neer dat op vele manieren onderscheid gemaakt kan worden in witten en bijna witten. Het hangt sterk samen met bouwstijl, bouwmateriaal en toepassing. Je kan indelen in kalkwit, titaan-, lood- of zinkwit. Je kan kijken naar de ondergrond, of geschilderd is over baksteen of over pleisterwerk. Er is historisch wit, statiewit (statusverhogend wit), hygienisch wit, onderhoudswit, neo-klassiek wit, abstract wit van Stijl en Nieuwe Zakelijkheid, verheffend wit in de arbeiderswijken, enz.

 



Arnhem heeft dat allemaal en omdat het niet altijd gaat om puur wit maar ook om gebroken wit en heel lichte gelen of grijzen wordt hier gesproken over blond in plaats van wit: Arnhems Blond.

Ik heb vanaf het begin trouw de blondroute gevolgd maar in het stadsdeel Sint Marten kwam ik langs straten met andere interessante kleuruitingen. Een straat met typische Bruno Taut kleuren, jaren 20, ik moest even terugdenken aan Berlijn. Het hoeft niet altijd alleen maar wit te zijn. Of de mooie baksteenarchitectuur in rijtjes kleine arbeiderswoningen in de wijk Klarendal.

kleuren als afspiegeling van de diversiteit van de bevolking zegt men dan

Rob van Maanen noemt naast het Arnhems Blond ook blauw als kenmerkende kleur voor Arnhem. Ik zou daar voorzichtig mee zijn. In Nederland vind je overal blauw, niet in de laatste plaats omdat een architect die het even niet meer weet al snel naar blauw grijpt. Wij noemden dat dan "architectenblauw" en dat was niet bedoeld als compliment. Maar goed, Arnhem heeft wel zijn kenmerkende blauwe trollybussen, de blauwe golven van Peter Struycken (ik weet toch zeker dat ze vroeger zwart waren dus dat blauw is hier met opzet toegevoegd) en zelfs op het nieuwe station is blauw toegepast. Het is lastig om te bepalen welk blauw specifiek bij Arnhem hoort. Elk filiaal van Albert Heijn past ook zonder meer in dat kleurbeeld en dat kun je toch moeilijk Arnhems noemen.

Blauwe Golven van Peter Struycken


mooi voorbeeld van individueel blauw


Jan Mankes in Museum Arnhem

In het Museum Arnhem loopt een tentoonstelling over het werk van Jan Mankes. Ik denk dat het een belangrijke tentoonstelling is want tweederde van zijn oeuvre is er te zien. Bijzonder werk, hele kleine, pietepeuterige schilderijtjes, heel precies en licht allemaal, bijna transparant en zwevend. Als onderwerp heel vaak vogeltjes, dood en levend. Of andere kleine dieren zoals egels, marmotten en geiten. Daarnaast een aantal zelfportretten en portretten van zijn ouders. Hij blijft altijd dicht bij huis. Hij is maar 30 jaar oud geworden want hij kreeg eerst tbc en daarbij ook nog de Spaanse Griep.

steenuil op beker en twee geitjes in het bos

tijdlijn en zelfportret met steenuil

 

Het museum heeft in de eigen collectie een aantal werken van Carel Willink en andere Nederlandse realisten.

twee Willinks en een voorstudie van het slangenmens van Pyke Koch

Het centrum van Arnhem is zeer uitgebreid, het winkelaanbod echter niet anders dan in de rest van Nederland. Maar één fenomeen kan ik niet onvermeld laten. Ik denk, en ik overdrijf hier echt niet, dat ik meer dan honderd kapsalons ben gepasseerd. In het centrum en ook in de buitenwijken. Daarvan meer heren 'barbershops' dan damessalons. Dus hoe zit dat hier met de heren in Arnhem, gaan ze elke week naar de kapper?

Twee uitgebreide boekwinkels in het centrum waarvan een met een hele verdieping tweedehands. Mooi boek gekocht over kleurtoepassing in textiel van de hand van 100 textielkunstenaars. En een boek met kleuranalyses van kleur in kunst. Hierin een pagina met zestien donkere, bijna zwarte kleurvlakjes. Het zijn de kleuren van de pupillen van de ogen in de portretten van Vermeer. Hoe ver kan je gaan? En hoe hebben ze dat gemeten, als het is gedaan aan de hand van kleurreproducties dan heeft het hele onderzoek geen enkele waarde.

 

de stad vanaf de kerktoren 

de stad vanuit een glazen balkon, toch wat ongemakkelijk

Tot slot in Arnhem iets heel toeristisch gedaan, De toren van de Eusebiuskerk beklommen (met een lift) en niet alleen van het uitzicht over de stad genoten maar ook in een van de glazen balkons gestaan die buiten aan de kerktoren hangen. Echt iets voor gillende schoolklasjes. Op de begane grond van de kerk een kleine opstelling van modeontwerpen van de opleiding aan de Arnhemse kunstacademie. Arnhem timmert nogal aan de weg als het gaat om mode, er is zelfs een modekwartier in de stad en een jaarlijks Fashion & Design festival. De kunstacademie van Arnhem gold altijd als de beste van Nederland, misschien nog steeds. Hoger aangeschreven dan de Rietveld academie in Amsterdam. Enkele van mijn klasgenoten destijds zijn ook vanuit Utrecht naar de academie in Arnhem gegaan.
Genoeg te doen in die kerk. Het orgel wordt gerestaureerd, uitleg over de geschiedenis van Gelre, het praalgraf van de Hertog van Gelre, catacomben met grafkamers, filmpjes, winkeltje met Arnhemse meisjes, enz.

 

creaties van de modeopleiding

restauratie orgelpijpen

praalgraf van Hertog Karel van Gelre  

Jeroen Punt - oud collega - vertelt in een filmpje iets over harnassen

Ik zou toch ook iets moeten vertellen over het treinstation van Arnhem, met enige tegenzin. Het is natuurlijk een spectaculair gebouw van Ben van Berkel, maar als je weet dat het een kopie is van een vliegveldterminal in New York (de architect ontkent dat niet), als je bedenkt dat zijn Erasmusbrug in Rotterdam gepikt is van Calatrava (rechtszaak), als je weet dat alle projecten van Van Berkel miljoenen over budget gaan, als je weet dat het in mijn maquettetijd al moeilijk samenwerken was met zijn bureau UN studio en dat ze grof geld rekenden voor elke snipper informatie die ze moesten aanleveren, en als je ook nog weet dat ik eens vreselijk de weg kwijt geraakt ben in de onmogelijke parkeergarage onder het station, dan kan je begrijpen dat ik geen fan ben van Ben van Berkel.