vrijdag 5 december 2025

Het Maelwael van Lymborch Huis

Johan Maelwael en de gebroeders Van Lymborch, grondleggers van de Nederlandse schilderkunst in de middeleeuwen. In Nijmegen is een klein museum gewijd aan hun leven en werk, waar op vaste dagen en tijdstippen rondleidingen gegeven worden.

Rondleiding is misschien al een iets te groot woord want na de ontvangst en het winkeltje wordt de bezoeker binnengeleid in een kleine ruimte waar het verhaal verteld wordt en een filmpje vertoond. Er is nauwelijks eigen collectie, alleen reproducties, en het zal dus ook nooit een officiële museumstatus krijgen.

 


Niettemin een mooie plek om iets meer te weten te komen over deze Nijmeegse kunstenaarsfamilie. Het huis is het geboortehuis van de drie broers Van Lymborch. We blijven hier in Bourgondische sferen. Drie generaties Maelwael en Van Lymborch werkten voor de groten der aarde en dat waren op dat moment de Franse koningen en Bourgondische hertogen. 

In maart en april van 2025 hebben de "Ridders van Gelre" een documentaireserie gemaakt in 8 afleveringen over de gebroeders van Lymborch in Frankrijk, en hun werk voor de hertog van Berry. Voor wie het eens wil bekijken bij omroep Gelderland:
https://www.gld.nl/tv/aflevering/ridders-van-gelre/295192

Om bij het begin te beginnen iets over de familierelaties. Johan Maelwael is de bekendste en meest getalenteerde Maelwael maar niet de eerste generatie. Zijn vader Willem en oom Herman waren ook al schilder en heraldicus. Ze beschilderden en versierden wapenborden, vaandels, schilden, harnassen en andere wapenuitrustingen. Hun voornaamste opdrachtgever was hertog Willem I van Gelre. De familie was zeer welgesteld, had veel vastgoed in Nijmegen en connecties in hoge kringen. Van Johan Maelwael is niet precies bekend wanneer hij leefde maar ongeveer 1370-1415, werkte eerst in Nijmegen en kwam via familierelaties in dienst bij Filips de Stoute en verhuisde zijn werkplaats via Parijs naar Dijon, de hoofdstad van Bourgondië.
Johan Maelwael had een zus, Metta, die uitblonk in borduurwerk, dat toen als kunstvorm zeker zo hoog stond aangeschreven als schilderkunst. Zij trouwde met Arnold van Lymborch die te boek stond als beeldsnijder. Het stel kreeg zes kinderen waarvan de drie zonen Herman, Paul en Johan furore zouden gaan maken in Bourgondische dienst, bij Filips de Stoute maar vooral ook bij diens broer, hertog Jan van Berry. 



Duc de Berry

Iedereen kent wel de Très Riches Heures du Duc de Berry en misschien ook Les Belles Heures du Duc de Berry, maar weinigen weten dat de platen in deze getijdenboeken gemaakt zijn door de gebroeders van Lymborch, omstreeks 1405-1409 en 1411-1416. De grenzen tussen verschillende kunstvormen waren toen nog niet scherp afgebakend. Boekverluchting was niet het enige, ze deden allerlei vormen van schilderwerk zoals schilderen van wapenborden, banieren, interieurschilderingen, vergulden, polychromeren van houtsnijwerk en ze hadden zelfs een opleiding tot goudsmid. Ze werkten voor de rijkste personen op aarde en waren de best betaalde kunstenaars van hun tijd. 

 

Qua compositie, kleurgebruik, perspectief, waren ze hun tijd ver vooruit. Volgens de verhalen zouden ze in veel dingen het eerst zijn geweest: voor het eerst op doek geschilderd, het eerste ronde schilderij, het eerst een sneeuwlandschap geschilderd, enz. Ik weet niet wat ik daar allemaal van moet geloven, maar vooruit, iemand moet de eerste zijn. Wat kleur betreft: opvallend is het overdadige gebruik van blauw, het blauw van lapis lazuli, dat toen kostbaarder was dan goud (wat ze overigens ook veel toepasten). Hun opdrachtgevers wilden pronken met hun rijkdom.

De drie broers Van Lymborch zijn niet oud geworden want ze zijn alle drie slachtoffer geworden van de pest. Ze zijn relatief onbekend gebleven tot aan de oprichting in 2002 van de Stichting Maelwael Van Lymborch. Er zijn intussen exposities geweest in alle grote kunstmusea ter wereld, New York, Berlijn, Parijs, Londen, en zelfs Amsterdam.
In Frankrijk is de naam Maelwael verfranst tot Malouel, zo staat het ook bij het werk dat in het Louvre te zien is, en in Frankrijk wil men graag geloven dat het Franse meesters zijn.

zie ook:  https://maelwaelvanlymborch.nl/
en:  https://www.maelwaelvanlymborchstudies.com/

Catacomben

En dan is er nog de kelder. Nog niet zo lang geleden ontdaan van eeuwen puin. Er is een vitrine met scherven, glaswerk en andere brokstukken die in het puin gevonden zijn, en een werktafel waar schilderspulletjes te zien zijn zoals ze in de Lymborch-tijd gebruikt zouden kunnen zijn. Pigmenten, bindmiddel, gereedschapjes, kleurstalen, perkament.
Aan de muur een reproductie van de onthoofding van Saint Denis, die volgens de legende daarna met zijn eigen hoofd onder de arm zou zijn weggelopen naar de plek waar hij begraven wilde worden. Johan Maelwael zou het origineel geschilderd hebben maar er worden ook andere vervaardigers genoemd.

 

 

Ik mocht van Sinterklaas een mooi boek kopen in het winkeltje, en een mok met de afbeelding januari uit de Très Riches Heures er op.

 


Gebroeders Van Lymborch Experience


Tegelijkertijd is in Nijmegen ook nog een Gebroeders Van Lymborch Experience in de Stevenskerk. In de toren van de kerk wordt op een muur een geanimeerde film vertoond met zo ongeveer hetzelfde verhaal. Het publiek moet daarvoor in strandstoelen liggen om naar boven te kunnen kijken zonder kramp in de nek over te houden aan deze experience. De tekst bij de film is ingesproken door de onvermijdelijke Bart van Loo.


woensdag 26 november 2025

Van Hollandsche Rading naar Baarn (en terug)

 

Vandaag een wandelroute waarbij ik geen rondje loop om uiteindelijk weer bij mijn beginpunt terug te komen, maar een lineaire coast-to-coast route van Hollandsche Rading naar Baarn, en dan met de trein weer terug naar Hollandse Rading waar mijn auto bij het station staat. 

Dit was de minst interessante wandeling die ik tot nu toe gemaakt heb. De route kenmerkt zich door afrasteringen en omheiningen, vaak langs rechte, geasfalteerde fietspaden. Weinig paden door vrije natuur. Ik heb wel geprobeerd steeds omwegen te maken om van die brede paden en hekwerken af te komen (er was zelfs een breed pad voor paarden met rijtuigen). Soms lukte dat, soms niet. Er zijn veel privé landgoederen waar je niet kan komen, afgewisseld met afgeschermde natuurgebieden met "kwetsbare natuur" of rustgebieden voor bejaarde dieren waar je ook niet mag komen. Beatrix draagt haar steentje bij met een kolossaal hekwerk rondom haar tuintje. Daar was het overigens een enorm kabaal door een mega voertuig dat iets met bladeren deed en geluidsoverlast veroorzaakte tot aan de andere kant van Lage Vuursche (hoezo rustgebieden?). Het paleisbos bij Soestdijk is ook niet vrij toegankelijk. Juliana heeft destijds een puntje van haar bos afgestaan voor een clubhuis van de scouting. 

 

hekje Beatrix


Het was niet allemaal treurnis, er zijn ook wel echt mooie stukjes, maar ze zijn schaars. 

 


 

Dit heet op de kaart Bosberg maar het is juist een kuil

 

Productiebos

 

Wat zijn herfstmaatregelen? En waarom moet een overweg daarvoor langer dicht zijn? De treinen rijden misschien langzamer? Of gaat deze overweg helemaal niet meer open tot de herfst voorbij is? En na de herfst komen natuurlijk nog de wintermaatregelen!


 

zaterdag 15 november 2025

2x Utrechtse Heuvelrug - Leersumse Veld en Amerongse Berg - 5 en 14 november 2025

Leersumse Veld en Leersumse Plassen - 5 november 2025

Leersum is een plaatsje dat behoort tot de gemeente Utrechtse Heuvelrug en ligt tussen Doorn en Amerongen. Van hieruit is het leuk wandelen. Ik heb gekozen voor een rondje om het Leersumse Veld.

Aan de noordrand van Leersum, net voor je het bos in gaat, staan op korte afstand van elkaar twee torens. Het eerste is eigenlijk een grafmonument, of mausoleum. De neoclassicistische Tombe van Nellesteijn is een ontwerp van J.D.Zocher jr. de architect van de Beurs van Zocher, de beurs van Amsterdam die er stond voor dat Berlage een grotere en nieuwere beurs bouwde. Maar Zocher was eigenlijk ook landschaps- en tuinarchitect. In veel steden zijn Zocher parken en tuinen. In Amsterdam is het Vondelpark door hem ontworpen en ook de tuin bij Slot Zeist is van zijn hand. 
De andere toren is echt bedoeld als uitkijktoren. Ik weet niet waar je dan op uit moet kijken, misschien zag de omgeving er vroeger anders uit. Het is de Uilentoren met op de hoeken vier uilen. Eén van de uilen was er ooit afgevallen en verdwenen. Er is toen een replica gemaakt zodat het er weer vier waren. Jaren later kwam de eerste uil weer boven water. Teruggebracht door de weduwe van degene die hem had meegenomen, en waar hij al die tijd in de tuin had gestaan. Nu zijn er dus vijf uilen maar de vijfde moet vanaf de grond toekijken, tot er weer een afvalt.

 


 

 Wat eten die koeien (jonge stieren) hier eigenlijk?

 Leersumse Veld

 Het Leersumse Veld

 


Leersumse Plassen 

Ten noorden van het Leersumse Veld aansluitend de Leersumse Plassen. Dan wordt het interessant landschap.

 


 

Kapotgereden door paarden

 

Ook hier drukt de mens weer overal zijn stempel op het landschap, met hekken, bordjes, verboden en verplichte routes. Deze boom mag niet eens gaan liggen waar hij zelf wil, daar moet weer ingegrepen worden.

 

Amerongse Berg - 14 november 2025

Vlak bij Leersum ligt Amerongen. Voordat Kaiser Wilhelm II in Doorn ging wonen verbleef hij eerst anderhalf jaar op Kasteel Amerongen, bij Graaf Bentinck, op aandringen van de Nederlandse regering. Een beetje tot verdriet van de graaf want Wilhelm kapte er ook hier al lustig op los. Gelukkig is er toch nog wat bos blijven staan en daar ben ik vandaag. Bij het kasteel ben ik niet geweest. Het schijnt wel mogelijk te zijn om het te bezoeken. Ander keertje misschien.

 


Erosiedal 

Na een poosje lopen door het Amerongse bos kom je bij deze lager gelegen open plek. Dat heet hier een erosiedal of een smeltwaterdal volgens mijn gidsje.

 

Als je stammetjes laat liggen en laat overgroeien met mos dan ziet dat er zo uit. Wel een surrealistisch beeld.

Egelmeer

 

Dit is het Egelmeer, of wat er van over is. Het staat bijna droog. De naam heeft niets met egels te maken, het heette vroeger Engelmeer dus iemand is ooit een letter vergeten, en volgens de Romeinen was het een bloedzuigermeer.

 


Zelfs midden in het bos kan je nog een putdeksel tegenkomen. Het zal bedoeld zijn voor water bij bosbrand.

 

Wortelhout komt niet van wortels. De Amsterdamse Fijnhouthandel zegt hierover: 

"Wortel betekent dat het gesneden of  gezaagd is uit knollen die als wratten tegen een stam aan kunnen groeien. Het heeft dus niks met boomwortels te maken. Wortelhout is eigenlijk zeer warrig gegroeid en dat geeft het hout zo'n uitgesproken tekening. Maar omdat dat warrige hout totaal geen verband heeft met zichzelf is het meestal erg bros."

 

Sprookjesbos met dansende en zwevende blaadjes

 

Heuvelrug of krokodil

Dit lijkt misschien een beetje op een krokodil, tenminste dat zie ik er in, maar het is een reliëf van de Utrechtse Heuvelrug. Een rug van heuvels maar als je er dicht bij bent zijn het opeens bergen. Helemaal rechts op de punt van zijn neus ligt de Grebbeberg, meer naar links het hoogste punt de Amerongse Berg van maar liefst 69 meter. Verder naar links achtereenvolgens de Maarnse Berg, Soesterberg, Bosberg, Tafelberg en bij Huizen hebben ze zelfs een 6 bergenroute.
 

Op het hoogste punt van de Amerongse berg staat een eenzame eik en die heet dan ook "De Eenzame Eik"

 Bordjesparade


 

 

woensdag 22 oktober 2025

Bourgondiërs in Limburg - Het Gulden Vlies in Venlo

De Bourgondiërs

In augustus, bij mijn eerste bezoek aan het Limburgs Museum, had ik me al voorgenomen om terug te komen voor de tentoonstelling over de Bourgondiërs. Die loopt nu een paar weken en de belangstelling is groot.

 


Voor de Gulden Vlies keten van Beatrix hoefde ik niet te gaan natuurlijk, die had ik al genoeg gezien. Maar ik was toch benieuwd hoe ze hem zouden hebben ingepast in de tentoonstelling. De keten is meteen aan het begin van de tentoonstelling te zien in een apart kamertje onder een portret van Filips de Goede, de stichter van de Gulden Vlies orde. Ze hebben er netjes bij vermeld dat het om een Spaanse ordeketen gaat. In de tentoonstelling wordt verder niet ingegaan op de splitsing in een Habsburgse tak en een Bourbon tak, en dat er nu dus twee vliesordes zijn. Dat is verdedigbaar want het is iets van na de Bourgondiërs en valt dus buiten bestek van de tentoonstelling.

 Niet in de tentoonstelling maar gewoon een leuke foto

De Orde van het Gulden Vlies is voor mij wel een kleine obsessie geworden. Ik weet nog dat ik een keer gezegd heb dat ik wel even een betere beschrijving bij de keten van Beatrix zou maken maar dat bleek een vergissing. Hoe meer ik er over te weten kwam, hoe complexer het werd. Ik heb intussen een aardig bibliotheekje gevormd over het onderwerp (veelal digitaal dan wel) met boeken over het Gulden Vlies, de boeken van Bart van Loo, de Bourgondiërs, de Habsburgers, de Spaanse successieoorlog, de mythe en de tocht van Argonauten, Jason en Medea, het goud uit Georgie (het antieke Kolchis ligt nu in Georgië), tentoonstellingscatalogi, Spaanse onderscheidingen, de schatten van het Gulden Vlies, de Ridders en de wapenborden, en nog meer. Ik kreeg steeds meer details maar het werd er aanvankelijk niet eenvoudiger op totdat ik recent, twee weken geleden nog maar, de tentoonstellingscatalogus in handen kreeg van de Gulden Vlies tentoonstelling in Brugge in 1962. Dat moet iets geweldigs geweest zijn, wat daar allemaal te zien was.
Voor in de catalogus schrijft ene Burggraaf Terlinden op 18 pagina's het hele verhaal, van de voorgeschiedenis van de orde, de symboliek, de statuten, de betekenis van de onderdelen, de religie, de introductie, tot aan de moderne tijd (tot 1962 dan wel) inclusief de opsplitsing. Zelf noemt hij het "Beknopte geschiedenis van de roemrijke ridderorde van het Gulden Vlies". Alle aspecten komen aan de orde.
Er is een wikipedia pagina over hem:  https://nl.wikipedia.org/wiki/Charles-Alexis_Terlinden 
Terlinden is niet de eerste de beste, hij was historicus en heeft veel geschreven, ook meer over het Gulden Vlies.

Dus wil je weten hoe het zit met de Orde van het Gulden Vlies, lees dan de 18 pagina's van Terlinden en vergeet de twee maal 800 pagina's tellende woordenbrij van Bart van Loo. De tentoonstellingscatalogus uit 1962 is nog volop tweedehands verkrijgbaar, ik kocht die van mij voor 5 euro bij De Slechte in Gent.

Wapenborden


Aanvankelijk kwamen alle Ridders van de Orde elk jaar bij elkaar in een kapittel, telkens in een andere stad. Later gebeurde het niet meer elk jaar, maar met grotere tussenpozen. Er zijn 13 van zulke bijeenkomsten geweest, steeds in een kerk want de orde werd beschouwd als een religieuze gemeenschap. Voor elk kapittel werden wapenborden geschilderd van de ridders van dat jaar. In de tentoonstelling hangen vier wapenborden die bewaard zijn gebleven van het kapittel in 's-Hertogenbosch. Ze hangen normaal in het Noordbrabants museum en ik had ze daar al eens gezien. De Koninklijke Bibliotheek heeft een vrij recent boek (2024) getiteld "De Ridders van het Gulden Vlies een schitterende mythe ontrafeld", zeldzaam misleidende titel want er wordt helemaal geen mythe ontrafeld. Het boek gaat over de restauratie van de ruim 30 wapenborden van het kapittel in Mechelen. Wel een mooi uitgevoerd boek met paginagrote foto's van elk bord, voor en na de restauratie.
Ik kwam er achter dat er in 1456 een kapittel is gehouden in Den Haag en dat deze 35 wapenborden daar bewaard zijn en hangen in de Grote Kerk in Den Haag, dus die wil ik ook nog eens gaan bekijken. Er is wel een website waar ze te zien zijn:
https://www.dehuizenvanoranjeennassau.nl/28%20Heraldische%20Wapenboeken/GuldenVliesWapenborden.html

 

Niet alleen Gulden Vlies


De tentoonstelling is gelukkig veel meer dan het Gulden Vlies. Vooraf wordt veel aandacht gericht op het banket van de fazant (of pauw, of zwaan volgens de zwanenbroeders), gehouden bij het huwelijk van Filips en Isabella waarbij tevens de Orde voor het eerst is gepresenteerd. Het zou het pièce de résistance moeten zijn van de tentoonstelling maar laat dat nou net niet zo erg uit de verf gekomen zijn. Ik kreeg echt niet het idee dat het hier gaat om een rijk uitgedoste tafel en het grootste, mooiste, meest overweldigende feest dat ooit is gehouden. Veel te krap bemeten, een kale tafel met een paar opgezette dieren en enkele voorwerpen moeten het doen. Ik verwacht geen levende leeuw maar ze hadden er wel iets meer van kunnen maken.

 

Beetje overdreven aankondiging vooraf:

Neem in de tentoonstelling plaats aan de rijkgedekte tafel van het Banket van de Fazant, dat ooit de zintuigen prikkelde van hertogen, ridders en hovelingen. Terwijl je zit, hoor je de ooggetuigenverslagen van Olivier de la Marche en Mathieu d’Escouchy, die aanwezig waren bij het banket – hun woorden nemen je mee naar het feestgedruis van 1454, waar ridders grootse eden aflegden en spectaculaire taferelen zich ontvouwden. Om je heen komt het banket tot leven in beelden, geluid en sfeer. Een ervaring waarin je zelf even gast bent aan het hof. 

Mmmm. Hier moet je wel heel veel fantasie voor hebben.

 

Topstukken

Verder niets dan waardering voor de tentoonstelling. Op de website van het museum staan een aantal zeer lovende reacties en ik kan het daar helemaal mee eens zijn. Het is een aaneenschakeling van topstukken. Middeleeuwse schilderstukken, houtsnijwerk, borduurwerk, wandtapijten, zilver en goud, veel religieuze kunst, alles mooi gepresenteerd en vormgegeven.

 
Houtsnijwerk. De Heilige Catharina van Alexandrië was ook weer van de partij. Zonder rad dit keer maar met kroon en zwaard. Maar wat kruipt daar nou onder haar kledij vandaan?
 

 v.l.n.r. Een wapenboek van Gelre, de statuten van de Orde het Gulden Vlies, en Les très riches heures du Duc de Berry (kopietje natuurlijk)
 

 Enkele schilderstukken. Linksboven portretten van Karel de Stoute, Filips de Goede en Engelbrecht van Nassau.
 

 Meer religieuze kunst
 
Door de hele tentoonstelling heen is er uitleg met een audiotour, en dat werkt heel goed. Is eigenlijk onmisbaar voor een goed begrip van een en ander en ik zag dat iedereen de tijd nam om alle verhalen te beluisteren. Op veel plaatsen zijn daarvoor zitgelegenheden gemaakt. Verschillende compartimenten worden gescheiden door zwarte metalen frames. Ik dacht eerst dat het een bestaand systeem was maar toen ik zag dat er gotische boogjes in verwerkt zijn, begreep ik dat het speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt is.

Reliekhouder

Een verguld zilveren reliekhouder met een uitbeelding van Sint Joris en Karel de Stoute. Het voorwerp heeft in Wallonië de status van Kunstschat, en met de diefstal van de gouden helm in Assen in het achterhoofd, hebben ze hier het zekere voor het onzekere genomen. Het object is extra beveiligd door 3 vitrines over elkaar heen te zetten. Nog niet eerder zo gezien.

Conclusie 

Zeer geslaagde tentoonstelling. Ik ben blij dat ik er geweest ben. Wel jammer dat er geen publicatie van is gemaakt. Er wordt verwezen naar de boeken van Bart van Loo die daar in grote stapels te koop lagen, maar dan mis ik toch wel veel van de dingen die te zien zijn, zoals de schilderwerken en andere kunst. Daar vind je in die boeken niets over, en zeker geen afbeeldingen. Gelukkig hebben we de foto's nog.

 

vrijdag 17 oktober 2025

Het dal van de Overijsselse Vecht

Wandelen in het Vechtdal  -  17 oktober 2025

Vilsteren, Lemele, Besthmen, Arriën, Stegeren, Karshoek, Junne, Mariënberg, Beerze, Diffelen, Rheeze, De Haandrik, Laar, allemaal plaatsjes waar nog nooit iemand van gehoord heeft (behalve misschien de mensen die er wonen). Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat ze liggen in het dal van de rivier de Vecht die begint in Duitsland en stroomt tot bij Zwolle. Er zijn talloze wandelroutes uitgezet en ik heb vandaag gekozen voor de route Beerze Bulten, ruim 15 kilometer.

 


Het wemelt hier van de campings, met vooral Duitsers in loeigrote caravans, maar ze blijven op korte afstand van hun woonwagens dus in de bossen kom je ze verder niet tegen. Toch is het geen rustig gebied. Er loopt een spoorlijn doorheen waar elke twintig minuten een trein langskomt, en aan alle kanten zijn asfaltwegen waar autoverkeer te horen is. Dat is een beetje jammer. Wat ook jammer is dat is dat de gekozen wandelroute niet echt tot aan de rivier komt dus ik heb een kleine zijsprong moeten maken om ook daadwerkelijk de Vecht te zien.

 


Afwisselende landschappen, bos, zandverstuivingen, heide, varens, een beukenlaan. Bijzonder om zoveel verschillende landschappen achter elkaar te doorkruisen. Het valt me op dat overal wordt ingegrepen in de natuur, door boswachters, landgoedbeheerders, provincie, enz. Er moet zo nodig van alles gecreëerd worden. We hebben eigenlijk geen echte natuur meer in Nederland, het is allemaal door mensenhanden gevormd. Hier creëren we hoog water, daar weer laag water, een leefomgeving voor de heidekikker, voor vogeltjes en plantjes. Dan wordt er weer een zachte bosrand gecreëerd. De natuur doet het zelf blijkbaar niet goed genoeg. Of zijn die beheerders misschien zo arrogant dat ze het beter denken te weten. Ik verlang al zeer naar december, in Frankrijk wordt niks gecreëerd, zucht.

 

Onderweg een paar markante objecten. Een betonnen sluisje en een houten brug, dat is het dan wel zo'n beetje.

 

Kardinaalsmuts

De bossen en paden liggen nu bezaaid met bladeren natuurlijk, en ik begon me af te vragen van welke bomen al die verschillende bladeren zijn. Ik kan nog net naaldbomen van loofbomen onderscheiden maar daarna houdt het zo'n beetje op. Eenmaal thuis heb ik bij de Slegte een bomengidsje gehaald en ben aan het determineren geslagen. Zo weet ik al dat de bladeren van de Amerikaanse eik totaal niet lijken op de bladeren van de Europese zomereik terwijl ze toch allebei eik heten. Ik kan ook al een smalbladige es herkennen. De leukste die ik ben tegengekomen is de kardinaalsmuts. Ik had er nooit van gehoord maar hij schijnt helemaal niet zeldzaam te zijn. De boom heeft mooie rode vruchtjes die dus lijken op een kardinaalsmuts, vandaar.
Eigenlijk achterhaald zo'n veldgids, tegenwoordig heb je overal een app voor, die kan elke boom en struik meteen herkennen, aan bladeren en zelfs aan de bast van de stam. Maar bij mij werkt die app natuurlijk weer niet.

Vecht

En daar is hij dan De Overijsselse Vecht. En een zijarm van de Vecht. 

Landgoed Beerze

 

Landgoed Beerze met beukenlaan

Bulten

Het laatste gedeelte van de route gaat over een pad met veel hoogteverschillen. Dat is waar de Beerze Bulten zijn naam aan te danken heeft. Het valt overigens wel mee met die hoogteverschillen, een gewone  trap naar een eerste verdieping brengt je hoger.

 

 En wie zei er ook weer dat kabouters niet bestaan?