dinsdag 28 maart 2017

Een kerk als bunker of een bunker als kerk


In het Lotharingse dorpje Moyenvic staat een enorme betonnen kubus die bij nadere beschouwing een kerk blijkt te zijn. Toen ik voor het eerst door het dorp reed, en deze enorme betonnen kolos zag staan, legde ik meteen het verband met de wederopbouwfase na de Eerste Wereldoorlog. Veel steden en dorpen die toevallig op de frontlijn hadden gelegen, waren in de oorlog geheel of gedeeltelijk verwoest. Sommige zelfs helemaal van de aardbodem verdwenen. In de jaren '20 moest enorm veel gebouwd worden, maar er was gebrek aan traditionele bouwmaterialen en aan vakmensen om het werk uit te voeren. In plaats van bouwen met lokaal gewonnen kalksteen of zandsteen week men uit naar baksteen, en ook het in de oorlog zo veelvuldig toegepaste beton kwam terug tijdens de wederopbouw. Zelfs torenspitsen werden van gewapend beton gemaakt. 


Ik was zo gewend aan de foto's en ansichtkaarten van dorpjes die in puin lagen, dat ik bij Moyenvic niet anders kon denken dan aan een ruïne die na de oorlog moest worden herbouwd. Voor deze kerk had men niet alleen de materialen en technieken uit de oorlog toegepast, maar was zelfs de vormentaal overgenomen. De kerk zag er uit als een bunker en was daarmee een lange neus naar de oorlog, een bewijs dat beton ook voor vreedzame doeleinden gebruikt kon worden. Een soort zwaarden omgesmeed tot ploegscharen idee.


Dat dacht ik. Maar ik kon er niet verder naast zitten. Moyenvic was tijdens de oorlog helemaal niet in puin geschoten. Moyenvic hoefde niet opnieuw te worden opgebouwd, en de oude kerk stond in 1918 nog steeds overeind. Het front was weliswaar niet ver weg geweest, maar de Duitsers hadden Moyenvic, of Medewich zoals zij het noemden, gebruikt als etappeplaats, voor het huisvesten van soldaten en met een Soldatenheim.

de oude kerk van Moyenvic

Tweede wederopbouw


De kerk Saint-Pien-Saint-Agen-Sainte-Colombe zoals hij volledig heet, is pas gebouwd tussen 1960 en 1965. Het is het product van de tweede wederopbouwfase, die van na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de bevrijding in november 1944 is Moyenvic voor zestig procent in puin gebombardeerd door de geallieerden. De oude parochiekerk werd daarbij zodanig vernield dat nieuwbouw noodzakelijk was.
Het dorp is herbouwd onder leiding van de architect Gilles Bureau. De kerk is zonder twijfel het meest moderne gebouw van het dorp geworden. Het onderscheidt zich sterk van de andere gebouwen in het dorp, waar de traditie nog de overhand heeft.


Het voor die tijd ultramoderne gebouw was niet onomstreden. Het heeft een halve eeuw geduurd voor de dorpsbewoners er aan gewend waren. Ook nu zijn er nog mensen die zich ergeren aan het gebouw. Op internet schrijft iemand dat hij het de meest afschuwelijke kerk van Lotharingen vindt, door zijn lelijke ontwerp, zijn vuil verouderde beton, en dat zijn overgrootvader er een hartaanval van zou hebben gekregen als hij het nog had meegemaakt. Maar voor anderen is het een icoon geworden. Toen enkele jaren geleden een renovatie noodzakelijk was, lukte het om in korte tijd 25.000 euro op te halen, voor een groot deel uit publieke middelen.


 Hier enkele gegevens die ik op internet vond over de kerk :

Gebouwd in modernistische stijl, waar het vooral gaat om functionaliteit en waarbij gebruik gemaakt wordt van industriële materialen zoals ijzer, beton en glas. Het schip van de kerk is een hoge monoliet van brut beton. De vlakke gevels zijn verspringend geperforeerd met tientallen kleine openingen, 51 raampjes aan elke kant, voorzien van gebrandschilderd glas. De vensters, met als thema de kruisweg, zijn het resultaat van een samenwerking tussen schilder Camille Hilaire, beeldhouwer Claude Goutin en meester glazenier Benoit. Daglicht valt voornamelijk binnen door het grote raam van het koor, met glas van een dominante blauwe kleur, rondom een enorm asymmetrisch betonnen kruis.


De klokkentoren is bijzonder origineel van constructie. Op een grondplan in de vorm van een driepuntige ster staan drie vlakke betonnen schijven, in het middelpunt met elkaar verbonden, waardoor de toren volledig open is aan de buitenkant. Trappen lopen in de open lucht van de ene muur naar de andere. Openingen geven toegang tot de volgende trap in het volgende segment. Door deze naar buiten gekeerde constructie heeft de toren een bijzondere rankheid gekregen.


Ik had graag ook een kijkje binnen in de kerk genomen, maar de deur zat op slot. Wel vond ik op internet een plaatje dat een idee geeft van het ingetogen, bijna minimalistische interieur en waar goed het betoverende blauwe licht te zien is dat door het grote raam gefilterd naar binnen valt.