zondag 26 oktober 2014

Nieuwe ideeën. Een kroonluchter van klaprozen en putdeksels als tegeltjes



De grote slaapkamer heeft een heel hoog plafond, tot in de nok van het huis. Daar zit nu een halogeenspotje gemonteerd maar het licht doet er ongeveer een lichtjaar over voordat het beneden is. Het lijkt me bij uitstek een situatie waar een grote kroonluchter gehangen kan worden. Zo een van een vierkante meter ongeveer. Ik kwam op het idee toen ik voor mijn werk de site bezocht van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Architectonisch is het een interessant gebouw. Alle afdelingen zijn door verschillende interieurarchitecten ontworpen, veel afwisseling met mooie kleurstellingen en bijzondere verlichtingsoplossingen. Nu zag ik een foto van een afdeling waar een enorm grote moderne kroonluchter hangt, zo te zien met klaprozen als lichtreflectoren. Ik wist meteen dat ik er ook zo een wilde hebben. Maar die koop je niet bij de lampenwinkel om de hoek. Ongetwijfeld is deze speciaal gemaakt voor de ruimte, misschien door een kunstenaar. Ik heb even overwogen om te achterhalen wie de maker is. Het beeldrecht van de foto ligt bij Kuiper compagnons, een groot architectenbureau in Rotterdam. Die kunnen misschien doorverwijzen naar de maker, maar wat als je die gevonden hebt? Als ik hem ook speciaal moet laten maken dan komt dat al snel op een 4000 euro schat ik zo in. Niet dat het dat niet waard is, alleen al aan arbeidsloon, maar het is wel veel geld voor een lampje. Het zal er wel weer op neer komen dat ik hem zelf moet maken.


Ander idee, in het tijdperk van het personaliseren van gebruiksvoorwerpen, je eigen bankpasje, je eigen telefoonachterkantje, je eigen postzegels, noem maar op, is het laten maken van tegeltjes met een eigen motief er op. Een kleine serie van twee of vier verschillende tegeltjes, die dan random getegeld worden. In de WC en als dat een succes wordt misschien ook in de keuken.
Ik loop al jaren met het idee om iets te doen met de iconografie van putdeksels. Ik heb er heel veel gefotografeerd en vooral de Italiaanse deksels zouden zich heel goed lenen voor dit plan. Ik heb al eens een stempel gemaakt, en ook een reliëf in clichémateriaal voor boekdruk, daar dan weer een gipsmal van gemaakt en er daarna lood in gegoten. Maar het is bij experimenten gebleven. Putdekselmotieven op tegeltjes lijkt me helemaal het einde. Als ik tegelfabrikant zou zijn dan zou ik ze meteen in productie nemen en in mijn assortiment opnemen. En als ik dan voor elk verkocht tegeltje een paar cent krijg dan heb ik er ook nog wat aan. Voorlopig gaat het alleen maar geld kosten vrees ik. Maar leuk om uit te zoeken of het kan. Als iemand een tip heeft voor een fabrikant dan hoor ik het graag.

vrijdag 17 oktober 2014

De geur van roet

halverwege het dichtmetselen, met ankers in de zwakke achtermuur

Volgers van mijn huisblog zullen bij het lezen van de titel misschien denken dat mijn huis is afgebrand, maar niets is minder waar.
Ik heb de vermaledijde schoorsteenmantel intussen dichtgemetseld. Mijn eerste metselwerkje ooit en hopelijk ook het laatste. Vooral het laatste rijtje stenen er tussen puzzelen was een enorm gepruts. Maar voor de laatste rij er in ging zat ik nog aan te kijken tegen een metalen dekseltje waarmee het rookkanaal was afgesloten. Ik twijfelde al een tijdje of ik dat er nou af zou halen, of dat ik de stenen er gewoon tegenaan zou metselen. Ik was toch wel nieuwsgierig om te weten of er iets in de schoorsteen zou liggen. Was er een vogelnestje ingevallen met een uitgebleekt vogelskeletje er nog in, of misschien die ene steen die boven op het dak aan de schoorsteen ontbreekt? Leefden er beestjes in misschien? Het was nu mijn laatste kans om er achter te komen. Als de stenen er eenmaal voor zaten zou ik er nooit meer bij kunnen. Ik zou 's nachts wakker kunnen schrikken met de vraag 'zit er nou iets in die schoorsteen of niet?'
Uiteindelijk dus toch het dekseltje er maar afgeslagen. Er plofte een flinke berg roet omlaag, dat was alles. Het roet verspreide een hele oude geur die ik lang niet geroken had. Het deed me aan heel, heel vroeger denken. Een erg penetrante geur die de hele  kamer vulde en die nog de hele avond in mijn neus bleef hangen.
Maar nu wist ik het tenminste en nu konden de stenen er definitief voor gemetseld worden.

Gisteren bij twee leveranciers van belgisch hardsteen geweest voor het uitkiezen van een vloer. Twee prachtige showrooms gezien met heel mooie materialen. Bij beide adressen offertes aangevraagd. Het gaat een dure grap worden maar dat wist ik van tevoren. Dat is ingecalculeerd en het is een van de dingen waar ik van meet af aan mijn zinnen op heb gezet. Die vloer komt er wel, het gaat alleen nog om details, zoals levertijd, precieze afwerking, tegelafmeting, voegbreedte en voegkleur, egaliseren. De ene leverancier levert de tegels wat goedkoper en heeft een iets kortere levertijd. De andere levert dikkere tegels en het bedrijf ademt veel vakmanschap uit. Het zal nog een lastige keuze worden.
belgisch hardsteen, met water geschuurd, 2e keus = met grote fossielen
belgisch hardsteen blauw gezoet

Een van de leveranciers is Kersbergen in Ameide. Het bedrijf zit in een straat vlak bij de Broekseweg. Laat ik nou deze week op mijn werk de persoonsgebonden documenten beschreven hebben van zuster Wil de Groot, die in 1919 geboren is aan de Broekseweg in Ameide. Is dit toeval? Is het een vingerwijzing? Hoe vaak in je leven kom je de Broekseweg in Ameide tegen als je daar niet woont?
Misschien moet ik daar mijn vloer dan maar kopen, al is het wel de stomste reden die ik kan bedenken.
Tweede van links zuster Wil de Groot uit Ameide. Afbeelding Collectie Florence Nightingale Instituut. Neem eens een kijkje op www.fni.nl

donderdag 9 oktober 2014

Huis curiosa

Een van de dingen die laatst onder handen is genomen is het verstevigen van één van de balken, die bij een actie in het verleden over de volle lengte smaller gezaagd was. Er is nu een stevige balk extra onder gezet die op drie lateien extra steun geeft. Bovendien gaat die balk na het omtimmeren dienen als een soort kabelgoot. Voor het plaatsen van de balk moest eerst een plankje verwijderd worden, dat geschilderd was in de inmiddels bekende koffiekleur. Dat plankje zat er waarschijnlijk al heel lang, want het zat vast met gesmede spijkers. Niet rond zoals moderne spijkers, met een puntje aan het einde, maar vierkant en over de hele lengte taps toelopend. Weer iets voor de curiosavitrine.

De balk eindigt aan één kant zo ongeveer boven de meterkast. Daar zat een aftimmering die een kluwen kabels en electriciteitsbuizen aan het oog onttrok. Het leek nog het meest op een beverdam waar allemaal takken kris kras door elkaar gestoken zitten. Ergens in het midden zweefden twee kabeldozen. Behalve een reeks loze pvc-buisjes waar niets in zat en die nergens heen gingen, lag er ook een oud, zielig belletje. Roestig en gedeukt, met het vergeeld plastic kapje er naast. Ongetwijfeld de vroegere huisbel, voordat de moderne dingdong geïnstalleerd werd. Ze hebben niet de moeite genomen de oude weg te halen. Ook weer een curiositeit.

Intussen blijft de muur achter de schoorsteen een zorgenkindje. Ik heb voor een groot deel de oude pleisterlaag weggehaald. Daar was niet veel voor nodig want het was bijna poeder. Als het een gevangenis was geweest dan zou iemand hier met een theelepeltje kunnen ontsnappen door een gat in de muur te schraapen. De specie kan op sommige plaatsen bijna met de vinger tussen de stenen uit geveegd worden. Kapotgestookt, door de warmte van de haard, zeggen de specialisten, maar ik denk dat vocht ook een grote boosdoener geweest is.

Om het probleem op te lossen heb ik een stapel stenen en ankers klaar liggen. Binnenkort beginnen met het volmetselen van het gat. Moeilijk te geloven dat al die stenen, het zijn er 150, nodig zijn om dat gat op te vullen, maar ik heb het toch echt uitgerekend zo.

maandag 29 september 2014

Oude schoorsteenmantel zorgt voor extra werk




De tegelvloer is in zijn geheel uitgehakt en ligt op stapeltjes te wachten om afgevoerd te worden. Het ging gelukkig vrij vlot en de vloerverwarming is gespaard gebleven. Twee dagen werk geweest voor bijna 60 vierkante meter. Er is een aardige vloer tevoorschijn gekomen die echter wel eerst geëgaliseerd moet worden. De nieuwe vloer bestaat uit grote tegels van 60 x 60 cm en dat vraagt om een heel vlakke ondergrond. Er is nog een klein probleemstukje onder de trap waar niet was doorgetegeld maar met cement tot bovenkant tegel was afgesmeerd. Dat ligt nu nog te hoog.



Na de vloer in één moeite doorgegaan met de schoorsteenmantel. De MDF nep-ombouw lag er snel van af. Tevoorschijn kwam een oude jaren 30 schoorsteenmantel in art-deco stijl met gele en zwarte tegeltjes. Vooral de twee zwarte streepjes links en rechts zijn heel karakteristiek. Maar niet iets om te bewaren. Alles was sowieso kapot. Ik heb een geel en een zwart tegeltje bewaard voor in de vitrinekast met curiosa straks, de rest verdwijnt bij het puin. Het is de bedoeling om de schoorsteenkolom naar beneden op dezelfde maat door te zetten, Hij verdwijnt dan straks in de boekenkast die de hele wand zal gaan beslaan. Ter plaatse van de schoorsteen zijn de planken dan smaller, maar nog net breed genoeg voor pocket boek formaat.




Bij het weghakken van de oude schoorsteenmantel bleek echter dat de muur waar hij tegenaan gemetseld is, in zo'n slechte staat, dat ik niet verder durfde te gaan met slopen. Ik was bang dat de muur het gewicht van de schoorsteen niet zou kunnen houden als er onderaan zo weinig blijft staan. Voor de hand liggende oplossing is om het gat van de schoorsteen eerst vol te metselen met stenen, zodat er een solide ondersteuning ontstaat. Maar de vloer onder de schoorsteen klonk erg hol. Heel anders dan in de rest van het huis. Hoe kan ik een ondersteuning bouwen op een holle ruimte? Zou die betonvloer dat wel kunnen houden?
Op advies van klusjesman Henk heb ik een gat in de vloer gehakt. Zijn voorstel was om eerst waterige cement in de holle ruimte te laten lopen en dan verder te bouwen. Bij het hakken van het gat bleek de realiteit toch weer anders dan van tevoren gedacht. Ten eerste werd de holle klank ook veroorzaakt doordat ter plaatse de afwerkvloer over de oude haardtegels heen was gestort. Daar hechtte de cement niet op dus de vloer ligt daar eigenlijk los op de tegels. Ten tweede is de holle ruimte geen holle ruimte maar gewoon de aarde onder de vloer. Ik kan er wel cement in gieten maar waar rust die cement dan op? Dat zakt gewoon weg en heeft geen enkel nut als fundering. Achteraf niet zo'n goed plan dus.



Nu wordt het van alles wat. Eerst cement in het gat, dan opmetselen met een hoop verankeringen naar achter en naar opzij zodat alle beetjes elkaar vasthouden. Meer kan ik niet doen. Ik had niet gedacht dat ik nog een keer moest gaan metselen. Bij het opruimen van mijn vaders gereedschap heb ik alle troffels, plakspaan, voegspijker, stucgereedschap en dergelijke weggedaan. Nu heb ik het weer nodig.

Intussen is de verwarmingsinstallateur klaar met het plaatsen van een nieuwe ketel. Hij heeft daarbij een afvoer moeten maken voor condenswater. Dat was er nog niet. Ook een soort ventiel of iets dergelijks tussen vloerverwarming en de rest. Hoe het werkt weet ik niet maar het moet er voor zorgen dat de ene temperatuursregeling de andere niet  tegenwerkt. Hij heeft ook een nieuwe wasmachine aansluiting gemaakt, op de eerste verdieping in plaats van in de berging. Dus weer iets om door te strepen.


dinsdag 9 september 2014

Loodgieterswerk afgerond





Vandaag heeft loodgieter van Dam zijn werk afgerond. Nieuwe dakgoot (maar de houten ombouw is nog dezelfde),  loden afdichting van topgevel op de dakpannen en een zinken afdekking van de rollaag. 

Er is een loodslab ingezaagd in de noordgevel die de aansluiting met de buren afdekt, een zinken dakje op de schoorsteen en een lood met rubber afdichting op het scharnierpunt van het dakluik. Dat rubber zorgt er voor dat het mee scharniert met het luik. Het oude lood bleef open staan en dan kon het water er onderdoor. Ik vond al een keer een plas water binnen onder het luik. Dat zal nu niet meer gebeuren verwacht ik.

In het metselwerk van de schoorsteen ontbrak één steen. Bij de bouwmarkt hadden ze precies zo'n steen. Maar ze vertikten het om me die ene steen te verkopen, alleen een hele partij kon ik krijgen. Beetje hoog in de bol daar bij Kommer sinds ze naar een groter pand verhuisd zijn.
  
Vandaag ook het gereedschapsbord opgehangen. Misschien loop ik dan niet meer de hele dag te zoeken naar mijn gereedschap.

Soms gaat er ook wel eens iets niet volgens plan. Na een kijkoperatie in een gipswand bleek er een spant te zitten op de plaats waar ik een doorgang wilde maken naar een trap. Dat feestje gaat niet door dus moet ik iets anders bedenken.

woensdag 3 september 2014

Historisch kleurgebruik en eigentijds kleurgebruik



Bij het weghalen van het verlaagde plafond in de (nu nog) gang, kwamen enkele oorspronkelijke kleuren aan het licht. Een deel van de planken is zwart, echt gitzwart, en een ander deel is een soort koffiekleur. Rob van Mannen zegt niets over deze kleurencombinatie in zijn kleurenatlas, maar dat komt misschien omdat dat meer over exterieurkleuren gaat. Ik denk dat het een gebruikelijke kleurcombinatie was, in de periode voor de Tweede Wereldoorlog. Ik heb een oud stuk linoleum uit die tijd en daar zitten ongeveer dezelfde kleuren in, samen met een heel donkere, vuile groen en een al even vuile okergeel. Mijn vader heeft in de oorlog op de achterkant van dat linoleum een stadsgezicht geschilderd, bij gebrek aan schildersdoek. 


Ik was als kleine jongen al geïntrigeerd door die sombere, bijna depressief stemmende kleuren van dat stuk zeil. Mijn vader zei eens dat ze in die tijd nog geen lichtechte heldere kleuren konden maken voor interieurs, althans niet beschikbaar voor de kleine beurs. En hij kon het weten, dit soort dingen want het was zijn vak.



Het was een leuke ontdekking, die oude kleuren, maar ik doe er niets mee. Ik heb ze vastgelegd in een staaltje en dat is het dan. Binnenkort gaat de afbijt er op en dan zijn ze voorgoed verdwenen. De balken worden wit, net als de rest. Misschien laat ik ze op de planken wel zitten, verstopt achter een gipsplaatje. Als dan over een x aantal jaren weer iemand gaat slopen dan komt hij ze weer tegen. 


Ik ga meer voor eigentijds kleurgebruik. Vandaag de inloopkast een vrolijk rood kleurtje gegeven. Dat zat nog even tegen want op een gedeelte van een wand kwam tijdens het schilderen de onderlaag los. Ik had opeens allemaal schilfers aan mijn roller hangen. Ik heb de natte verf met onderlaag en al weg moeten schrappen en dat stuk opnieuw moeten doen.
De kast is met deze kleur wel erg donker geworden. Ik moet er een paar sterke lampen in hangen want anders kan ik straks mijn kleren niet eens vinden.


zaterdag 23 augustus 2014

Geschiedenis van mijn huis deel 2 - Oude bouwaanvraag uit 1971


Plattegrond tot aan de veranderingen in 1971. Werkplaats met naastgelegen garage.

De oude bouwaanvraag uit 1971 gaat over de ombouw van het pand van werkplaats tot een indeling met acht kamers. Toch wel verrassend dit dossier want er worden een aantal zaken duidelijker. Om te beginnen toont de plattegrond aan dat het pand vroeger veel groter is geweest. Het waren eigenlijk twee panden aan elkaar geschakeld, een werkplaats en een garage. Dat verklaart de titel van een nog oudere bouwaanvraag, ergens uit de jaren '60, die gaat over de bouw van een garage. Dit dossier heb ik nog niet in kunnen zien want het bevindt zich in het streekarchief in Gouda, dat omstreeks deze datum weer open gaat na een verhuizing. Ik snapte de titel van dat dossier al niet. Bouw van een garage? In de binnenstad? Waar zou dat dan moeten zijn. Maar nu is het duidelijk geworden. Tussen het pand Nes 1 en de Wal stond nog maar weinig bebouwing. De eigenaar van de werkplaats (wat voor werkplaats dat ook geweest mag zijn) heeft er een garage aan vast gebouwd. Niet een garagebox zoals we dat nu gewoon zijn, maar een binnenstadpandje met twee verdiepingen en een zadeldak. Misschien moest het er zo uit zien van de welstandscommissie. Intussen is deze bedrijfsgarage al weer afgebroken en staan er andere woningen op deze plek langs de Meent.

Zijgevel met nieuwe deur naar de keuken en de naastliggende garagedeur

In 1971 hield de funktie van werkplaats dus op te bestaan en zag de eigenaar meer in de verhuur van kamers. De aanvrager woonde zelf aan de Tiendweg, dus het was vrijwel zeker alleen bedoeld als inkomstenbron. Heel even schoot de gedachte aan een bordeel door mijn hoofd, vanwege die indeling in acht afzonderlijke kamertjes, maar dat soort activiteiten bleven voor Schoonhoven voor zover ik weet beperkt tot een kamertje boven cafe de Drie Notenbomen. De acht kamers die hier gemaakt zijn waren vrijwel zeker bedoeld voor het huisvesten van 'vakscholieren' zoals dat toen heette, studenten van de vakschool voor zilversmeden. In de jaren '70 en '80 was er grote behoefte aan kamers voor studenten. Ik herinner me de advertenties nog wel in de plaatselijke krantjes 'kamer gezocht door nette, rustige student'. Ook mijn buren van destijds hadden een vakscholiere in huis. Tegenwoordig hoor je er niet meer van. Er zijn minder studenten en ze zijn ook mobieler en eerder geneigd naar huis te reizen. 
 
Begane grond na de verbouwing in 1971
Als ik de indeling van 1971, van begane grond en bovenverdieping, vergelijk met de indeling van het huis nu, dan blijkt dat er nog maar heel weinig binnenmuren op dezelfde plaats staan. De trappen zitten iets anders, het waren toen rechte trappen. De voorzieningen op een andere plaats, de W.C. iets anders. Het is ook in deze periode dat de zijdeur aan de Meentzijde gemaakt is. Die kwam toen uit in de keuken, waar tegenwoordig de berging is. De voordeur zit nog wel op dezelfde plaats. Ik denk dat er aan de buitengevels niet veel veranderd is, hoogstens een nieuwe kozijnindeling, maar binnen is er bijna geen steen op dezelfde plaats gebleven. Er heeft zich door de jaren heen al heel wat afgespeeld binnen deze muren. De ene verbouwing na de andere. En ik ga er zelf weer een nieuw hoofdstuk aan toevoegen.

Bovenverdieping na de verbouwing in 1971. Waar het rode kruis staat mocht geen kamertje voor bewoning gemaakt worden. Het was een ruimte voor de verwarmingsketel.

Intussen heb ik zelf de mogelijkheid gekregen van de huidige bewoners om binnen alles eens precies op te meten. De bouwtekeningen uit de oude bouwdossiers hebben geen bruikbare tekening opgeleverd om nu op door te kunnen gaan, dus zit er niets anders op dan zelf nieuwe tekeningen te maken. Een aannemer zal voor een verbouwing toch een kloppende tekening nodig hebben. Het opmeten zorgde meteen voor een paar verrassingen. Wat je zo op het eerste gezicht niet zou denken, maar wat uit de maatvoering duidelijk blijkt, is dat het pand geen zuivere rechthoek is. Het is schuin aan een zijde en heeft bovendien zowel op begane grond als op de eerste verdieping een gedeelte dat buiten de grondvorm steekt. Maar hierover later meer.


dinsdag 22 juli 2014

Oude bouwaanvragen - deel 1


Bouwaanvraag  2002, het aanbrengen van een dakterras  

Om meer over de geschiedenis van mijn huis te weten te komen heb ik in het Schoonhovense gemeentearchief de aanwezige oudere bouwdossiers opgevraagd. Erg veel was er niet. De oudste nog bestaande dossiers, uit 1936 en 1964, zijn overgebracht naar het regionale archief in Gouda. Maar dat archief is aan het verhuizen en reorganiseren en daarom tot ergens in augustus niet te raadplegen. In Schoonhoven zelf zijn ook twee dossiers. Een bouwaanvraag uit 2002, dus nog vrij recent, en een dertig jaar oudere uit 1971.

Ik had telefonisch de afspraak gemaakt met de gemeente, maar voor de zekerheid belde ik op de morgen waarop ik er heen wilde gaan toch nog even om te vragen of de dossiers inderdaad klaar lagen. Dat was zo, werd me verzekerd, ze lagen bij de balie, boven op de stapel, en er hoefde niet naar de afdeling gebeld te worden, ik kon ze zo inzien. Maar bij de balie was net iemand nieuw in dienst gekomen zo leek het. Misschien was het zelfs wel haar eerste dag vandaag. Ze wist van geen stapel en mijn naam zei haar ook niets. Dus moest er toch gebeld worden om er iemand bij te halen, en toen dat niet hielp nog iemand. Met drie man werd alles doorzocht maar de dossiers bleven onvindbaar. Tot iemand op het idee kwam dat ze misschien niet bij de balie bij de ingang lagen maar bij de balie waar de zaken van bouw en woningtoezicht doorgaans afgehandeld worden. De gemeente Schoonhoven is ook zo groot, al die balies, je zou er gek van worden. Hoe zal dat straks gaan na de samenvoeging van vijf Krimpenerwaardgemeenten. Hoeveel balies hebben we dan waar iets kan liggen?

Vanaf dat moment verliep het gladjes. Ik werd in een kamertje gezet met de dossiers en een kop koffie. Als ik ergens een kopie van wilde hebben dan was het voldoende om er een geel plakkertje op te plakken. De kopieën zouden later naar mijn huis gestuurd worden. En inderdaad, een paar weken later viel de envelop met kopieën door de brievenbus, de rekening werd separaat toegezonden.

Het eerste dossier dat ik bekeek was de aanvraag uit 2002 voor het aanbrengen van een dakterras, bestaande uit een houten vlonder met schutting boven op de uitbouw op de eerste verdieping. Het dakterras was dus niet tegelijk aangelegd met de uitbouw. Ik had eerder verwacht een bouwaanvraag te vinden voor de uitbouw zelf, maar die was er niet, alleen voor de houten vlonder er boven op. En de toegang tot het terras vanaf de tweede verdieping. Voorwaarde was dat het niet zichtbaar mocht zijn vanaf de straat, omdat het een beschermd stadsgezicht is. Dat is de reden waarom het dakterras niet over de volle lengte van het huis gemaakt is, maar over ongeveer tweederde. Zoiets had ik al gedacht maar nu zag ik dat het ook bevestigd in de aanvraag. Het was alles bij elkaar niet zo'n spannend dossier om in te zien. Een heel eenvoudig, op de keukentafel gemaakt schetsje zat er bij, met een paar maten er in geschreven. Enkele brieven van bouw- en woningtoezicht, de uiteindelijke goedkeuring, en dat was allles.



Ik hoopte dat bij een van de bouwaanvragen een bouwtekening van het huis zou zitten waar ik nu, met mijn eigen bouwplannen, op door zou kunnen gaan. Dat viel tegen. Er waren een paar heel eenvoudige 1 op 100 tekeningen. Maar toen ik later de plattegrond uit de 2002 boven op die van 1971 legde, bleken ze helemaal niet te corresponderen. Zelfs de lengte-breedte verhouding van het hele huis was niet hetzelfde. Bovendien was in de 2002 tekening de achtergevel schuin getekend. Dat verbaasde me nog het meest. Zag ik dan nu pas dat mijn huis geen rechthoek was maar een paralellogram? Het was me niet eerder opgevallen. Op de foto's van het dakterras zou je dat toch moeten zien, dat het schuin wegloopt naar achteren? Ik kan het nergens uit herleiden en hou het er voorlopig op dat de tekening helemaal niet overeenkomt met de werkelijkheid.
Het komt er op neer dat ik niet veel heb aan de bestaande tekeningen, en dat ik straks, na de overdracht, moet gaan beginnen met het inmeten van het huis. Ik zal echt een tekening moeten hebben om een aannemer aan het werk te zette. Ik kan wel zeggen dat ik de trap er anders in wil hebben maar hij zal terecht vragen "hoe dan precies?". En dan heb ik een tekening nodig.


In een volgende aflevering komt het bouwdossier uit 1971 aan de orde. Dat is wat interessanter en vertelt meer over de geschiedenis van het huis.



zondag 22 juni 2014

Het diploma van opoe Babs. Een stukje familiegeschiedenis.



Bij verhuizen hoort opruimen en uitzoeken. Op zolder kwam ik een doos tegen met oude bijbels. Ik wist wel dat ze er lagen, dat was geen verrassing, ik had ze tientallen jaren geleden gekregen uit familiebezit, op zolder neergezet en nooit iets mee gedaan. Toen ik een van de bijbels oppakte viel er een stuk papier uit dat blijkbaar tussen de pagina's was geschoven om netjes te bewaren. Het bleek om een oud diploma te gaan dat ik nooit eerder had gezien. Een diploma uit 1906, door een jury toegekend aan de weduwe A. de Bruin (naam fout gespeld) voor de eerste prijs bij de inzending van rietwerk, op een tentoonstelling van huisvlijt. De tentoonstelling was gehouden in Schoonhoven, en georganiseerd door de Volksbond, Vereeniging tegen Drankmisbruik.
Na een beetje speurwerk vond ik uit dat deze vereniging tientallen lokale afdelingen had door het hele land, en regelmatig her en der tentoonstellingen voor huisvlijt organiseerde. Door middel van opvoeding en ontwikkeling van het volk trachtte men drankmisbruik te bestrijden.


Wie was nu deze weduwe A. de Bruijn? Een generatie eerder dan mijn eigen oma nam ik aan. Dus het moest de oma van mijn vader zijn geweest. Ik ging te rade bij mijn moeder en na wat zoeken in de schoenendoos met oude foto's kwam haar portret voor de dag. Bovendien  het (vage) portret van haar nogal nors kijkende man en een persoonsbewijs uit de oorlog. Het is kenmerkend voor die tijd dat haar eigen naam niet op het diploma staat. Een vrouw stelde nog niet veel voor, zelfs niet als de man al overleden was. Mijn moeder dacht dat ze Hogendoorn heette en uit Jaarsveld kwam, maar het geheugen gooit wel meer dingen door elkaar. Ze heette Barbera Dekker en kwam uit Nieuwpoort, naar het schijnt in het dagelijks leven Babs of opoe Babs genoemd. Mijn moeder heeft haar nog gekend hoewel ze al overleden was toen ze met mijn vader trouwde. Ze droeg altijd een karakteristiek kapje als hoofddeksel, zoals ook op de foto's te zien is. Doordeweeks een eenvoudig kapje en op zondag een extra mooie uitvoering. Zo'n zondags kapje moest speciaal gereinigd en gesteven worden, wat de mensen zelf niet konden doen. Dat kostte veel geld, geld dat er niet was, dus deden ze het doordeweeks met een eenvoudiger kapje dat ze wel zelf konden wassen. Voor de foto zal ze wel het mooie kapje opgezet hebben.


Haar man, Arie de Bruijn, zoals bij ons bijna iedereen in de familie heet, zonen, ooms en neven, zonder veel fantasie, is al vrij jong overleden. Op het persoonsbewijs van opoe Babs staat het jaar 1905 vermeld als datum waarop ze weduwe is geworden. Ze was toen 44 jaar, haar man Arie is vermoedelijk 47 geworden. In haar persoonsbewijs staat aangetekend dat ze niet kon lezen.
Toen Arie de Bruijn met Barbera Dekker trouwde heeft hij een huis laten bouwen, waar in de schoenendoos ook nog een foto van te vinden was. Na zijn overlijden kon Barbera in het huis blijven wonen, maar ze had zelf geen inkomsten en daarom zijn zoon Arie, intussen getrouwd met Teuntje de Jong (mijn opa en oma dus) daar bij ingetrokken, en hebben haar "aan haar eindje gebracht"  zoals dat toen heette.


Nauwelijks herkenbaar op de foto, zitten voor het huis op een bankje opoe Babs, mijn oma en de kleine jongen daar voor is mijn vader, die hoe kan het ook anders, ook Arie heet. Mijn opa heeft het huis verbouwd, het rieten dak vervangen door een pannendak. Een generatie verder is het huis overgegaan naar mijn vader die intussen getrouwd was met mijn moeder. Hij heeft het huis nog een keer grondig verbouwd. Bovendien ben ik in dat huis geboren en heb er de eerste tien jaar van mijn leven gewoond. Het staat er nog steeds en ik heb een vergelijkingsfoto gemaakt.



De huisvlijt-tentoonstellingen


Ik was benieuwd naar de achtergrond van de huisvlijt-tentoonstellingen van de Volksbond, Vereeniging tegen Drankmisbruik, en heb daarom het een en ander opgezocht. De bond werd opgericht in 1875 onder het motto 'misbruik van drank een maatschappelijk kwaad'. Doel was het alcoholisme als gevolg van de erbarmelijke slechte sociale omstandigheden, te bestrijden door "opvoeding en ontwikkeling van het volk". In woorden uit die tijd:

"De Volksbond wil het drankmisbruik aantasten in zijn oorzaken, gelegen in de gebreken van den mensch, van het gezin, van de maatschappij. Hij strijdt daarom tegen onwetendheid en onverschilligheid, tegen zelfzucht en verkwisting, tegen verkeerde denkbeelden, verkeerde gewoonten en verkeerde toestanden. Hij strijdt vóór wilskracht en zelfbeheersching, vóór naastenliefde en gemeenschapsgevoel, vóór het geluk en de welvaart van het Nederlandsche volk."

De bond richtte koffiehuizen, wacht- en schaftlokalen op, waar alcoholvrije dranken te verkrijgen waren. Ook het beoefenen van huisvlijt, handenarbeid, het kweken van bloemen, het bewerken van tuintjes, het bevorderen van goede ontspanning en het beoefenen van sport behoorde tot de middelen. Er werden lezingen gegeven en bibliotheken opgericht. Aan het begin van de 20e eeuw richtte men de aandacht vooral op het gezin. Er kwamen kooklessen en kookboeken om te leren goedkope en gezonde maaltijden te maken. Er werden woningbouwverenigingen opgericht en volkstuintjes ter beschikking gesteld.

De Volksbond groeide aanvankelijk snel. De bond had in 1875 vijf afdelingen, in 1878 waren er al zeventien afdelingen bijgekomen.  Begin 1906 waren bij niet minder dan 25 afdelingen voorbereidingen aan de gang voor huisvlijt-tentoonstellingen die dat jaar zouden worden gehouden. Tentoonstellingen van voorwerpen, die thuis in vrije tijd waren vervaardigd.
Deze evenementen waren groots van opzet, duurden meerdere dagen, en werden breed ondersteund door hogere lagen van de bevolking en door leden van het Koninklijk Huis.
Voor de huisvlijt-tentoonstelling in Arnhem, in maart, hadden maar liefst 400 deelnemers zich ingeschreven met ongeveer 1400 voorwerpen. De tentoonstelling van de afdeling Purmerend, die drie dagen duurde, trok zoveel belangstelling, dat op de laatste dag meer dan honderd bezoekers teruggestuurd moesten worden, omdat de zaal voortdurend stampvol was. 's Avonds was er een "soirée musicale et declamatoire" waarbij de jury de bekroningen bekendmaakte en 44 prijzen uitreikte. De prijzen bestonden uit een grote zilveren medaille van H.M. de Koningin, 5 verguld zilveren medailles door de burgemeester, 6 grote en 1 kleine zilveren medaille van het bestuur en 4 bronzen medailles van het hoofdbestuur van de Volksbond. Voorts geldprijzen van f. 15 en f. 7,50 waarvoor de bekroonden een voorwerp mochten kopen voor gebruik in hun vak (misschien om te voorkomen dat ze het zouden besteden aan drank?).
De medailles gingen vergezeld van een diploma. Daarnaast ontvingen 23 bekroonden uitsluitend een diploma. De hoogste onderscheiding werd behaald door de heer Buurman, gasfitter te Purmerend, voor een model van een locomobiel met drijfwerk (heimachine). Mejuffrouw M.Struving ontving een zilveren medaille voor haar kunstnaaldwerk. Een model-stoom-watermachine, vervaardigd door de heer M. de Bruijn, machinist van stoomgemaal Wijde-Wormer, was helaas door te late inzending buiten mededinging geraakt. De burgemeester betreurde dit ten zeerste, omdat de machine zeer zeker voor de hoogste prijs in aanmerking zou zijn gekomen, en stelde daarom persoonlijk een bronzen medaille voor hem beschikbaar.
Het bestuur van de afdeling kon tevreden terugzien op een zeer geslaagde tentoonstelling. Het zou de afdeling "ten spoorslag strekken, om zich verder in deze goede richting te bewegen".
In Brielle werd een 5-daagse tentoonstelling van huisvlijt gehouden, van 21 tot 25 april 1906, waarvoor leden van het koninklijk huis zilveren medailles ter beschikking stelden. De medaille van Hare Majesteit de Koningin ging naar mejuffrouw Noordeman, voor een handwerk geheel met de mond vervaardigd. De medaille van Prins Hendrik was voor de kleermaker A. de Ruiter voor een model van een schip, en een medaille van de Konigin-Moeder ging naar A. Reijtenbach voor kist-snijwerk.

Voor een tentoonstelling in Wageningen hadden 180 personen samen ruim 250 voorwerpen ingezonden, vooral houtsnijwerk, alles thuis vervaardigd.
In april werd in Kampen een huisvlijt-tentoonstelling gehouden door de Volksbond, die 4 dagen duurde. Het verslag maakt melding van inzendingen van "handwerken, kartonwerk, photo's, schilderijen, zaag- en snijwerk, postzegelwerk, voorwerpen van huisvlijt uit Oost-Indië, enz., enz.". En ook hier vielen weer zilveren medailles van Koningin en Koningin-Moeder te verdienen, en bronzen medailles van het hoofdbestuur van de Bond zelf.

Of het diploma van opoe Babs ook ooit vergezeld ging van een zilveren medaille is niet in de familiegeschiedenis overgeleverd. Maar als dit zo was dan is deze ongetwijfeld, samen met het zilverbeslag van de bijbels waarin het diploma bewaard werd, in de Tweede Wereldoorlog geruild voor een zak aardappelen. Want het verhaal van de hongertochten is wel in de familie blijven hangen.

Een van de bijbels. Duidelijk zichtbaar de afdrukken waar ooit het zilverbeslag heeft gezeten. In de oorlog geruild voor een zak aardappelen.

donderdag 12 juni 2014

Toch ouder dan gedacht

Tweede pinksterdag was het Zilverdag bij ons in Schoonhoven. Behalve een heleboel zilver was er ook een ansichtkaartenhandelaar. Daar kocht ik een oud ansichtkaartje waar mijn huis op te zien is.
De oplettende lezer kan het herkend hebben na het rijtje van vier klokgeveltjes. Het lage pand, met de geprofileerde daklijst. Het verschilt niet zo veel met de huidige situatie, de dakkapel is nu groter en er zit een raam meer in de gevel. Het pand daarachter bestaat niet meer, dat is nu de achterkant van de plateelfabriek en daar begint de Molenstraat. Wel een gezellige drukte op straat, zo veel mensen zie je er tegenwoordig niet meer.

De ansichtkaartenhandelaar had een paar ringmappen vol met oude kaarten van Schoonhoven maar ik kon nergens iets van mijn straat vinden. Wat zoek je dan? vroeg de man. De Nes. Oh, de Nes, ja daar bestaat maar één kaartje van, die heb ik wel, die zit bij mijn topstukken omdat hij zo zeldzaam is. Nou dat betekende natuurlijk ook een topprijs, maar ik heb hem toch maar gekocht. Ook vanwege de achterkant. Het poststempel geeft namelijk aan dat de kaart verstuurd is in 1905. En dat terwijl de geschatte ouderdom van het huis tot nu toe 1910 was. Dat klopt dus niet, het is toch ouder.


Er zijn nog wat eigenaardigheden met de kaart. Het poststempel van Ammerstol komt niet voor in het grote overzicht van alle poststempels van Nederland op de website van de poststempelverzamelaars. Is hij daarmee bijzonder? Ik weet het niet. Ik weet er niet van dat Ammerstol ooit een postkantoor gehad heeft. Maar dat zegt niet veel.
Het viel me ook op dat de kaart zo minimaal beschreven is. Een naam en een plaats, meer niet. Mejuffrouw L.Meerdink in Beusichem. Ik hoop dat de postbode wist waar ze woonde want een straatnaam staat er niet bij. Ik vroeg me ook af of mejuffrouw Meerdink begrepen zou hebben van wie ze de kaart kreeg want een afzender kon ik eerst ook niet ontdekken. Pas later, toen in de kaart had ingescand en het contrast wat opschroefde, zag ik op de voorkant in de onderste witte rand heel vaag de naam Lena Möller of Müller.

Nou goed, mijn huis is dus ouder dan gedacht. Hoe oud precies weet ik nog niet. De oudste bouwaanvraag in het archief dateert van 1933, maar dat kan dus niet de eerste bouw geweest zijn, het moet een verbouwing zijn. De ansichtkaartenhandelaar had ook een relatie met het pand want zijn overgrootvader schijnt er 150 jaar geleden een slagerswinkeltje gehad te hebben. Er valt nog wel wat uit te zoeken en te ontdekken.

woensdag 11 juni 2014

Een ander huis




Eind augustus gaat het gebeuren. Dan ga ik verhuizen. Ik heb een pandje gekocht in het oude stadscentrum van Schoonhoven. Het duurt nog drie maanden voor ik de sleutel krijg en in de tussentijd wordt het plannen maken, tekenen, schetsen, offertes aanvragen, materialen uitzoeken, kleurplan bedenken, enz. Er staat heel wat te gebeuren. Het is een oud pand (hoe oud?) en dat betekent dat er werk aan zit. Maar ik verkies het toch boven een nieuw rijtjeshuis, of een vakje in een nieuwbouwproject zoals de Oranjeplaats of aan het einde van de Koestraat. Ik had mezelf als eis gesteld dat ik geen buren meer onder me of boven me wilde, en het liefst ook een pand dat los tegen een ander pand aan gebouwd is, niet in een blok. Ik ben de overlast van buren meer dan zat. Een vrijstaand huis lijkt dan de aangewezen oplossing, maar ik wil geen tuin en ik wil ook in het centrum blijven, op loopafstand van de winkels. Dus is het uiteindelijk Nes 1 geworden, in het oude centrum  De vierkante meters en de lengte-breedte verhouding hebben de doorslag gegeven. Ook de mogelijkheid om met de fiets via een zij-ingang in een inpandige berging te komen. Veel pandjes in de binnenstad zijn lang en smal. Daar kan ik niet zo veel mee. Je kan een kast tegen de ene muur zetten en een bank er tegenover en dat is het dan. Meer mogelijkheden zijn er bijna niet. Nu heb ik een meer vierkant huis dat ik zelf kan indelen.
De Oude Haven is ook even in beeld geweest, er staat genoeg te koop, maar ik schrok van de conditie van sommige huizen. Afbladderende verf, geen enkele afwerking tegen het dak, uitgewoond of juist helemaal bekleed met houten randjes, richeltjes en lijstjes. Een gruwel. Ook hebben ze soms geen mogelijkheid om achterom te komen. Wel een schuurtje achter het huis maar dan moet je met je fiets door de woonkamer om er te komen. Lekker handig.

zo ziet het er nu nog uit, maar zo blijft het niet


Het is dus een huis aan de Nes geworden. Het zal nog wel even duren voor ik er daadwerkelijk ga wonen. Eerst verbouwen en opknappen.
De bouwkundige inspectie heeft uitgewezen dat er wat achterstallig onderhoud aan de buitenkant is. De aansluiting met het pand er naast is niet in orde. Daar moet een loodstrook komen. De bovenste rij stenen van het zelfde geveltje moet hersteld worden en er moet een gevelafdekker komen. De schoorsteen moet gerepareerd worden. Over de hele lengte van de voorgevel moet de dakgoot vernieuwd worden, en er moet een nieuw middenpaneel in de dakkapel. Als laatste buitenwerk moet een schildersbedrijf de hele buitenboel opnieuw schilderen. Het is te veel om zelf te doen.
Binnen gaat de inrichting ook helemaal op de schop: de tegelvloer gaat er uit, de trappen gaan er uit en andere trappen er weer in, de gang wordt opgeheven, de wc verplaatst en vergroot. Dat zijn de grote dingen waar ik een aannemer bij nodig heb. Dan volgen er nog een heleboel kleinere zaken die ik zelf ga doen. Dus voorlopig zal ik me niet gaan vervelen.
Ik hoop dat ik dan ook nog tijd ga vinden om af en toe via deze blog wat te vertellen over de vorderingen. In het begin zal dat wel lukken, zolang ik er nog niet in kan, maar hoe het later uitpakt is even afwachten.
Ik heb nu even de tijd om me te verdiepen in de historie en de oorsprong van het huis. Daar zal het volgende keer over gaan. Een beetje zoals de "house-detectives".