dinsdag 21 december 2010

Ernstig vuurwerk

Dit verhaaltje begon eigenlijk als een spin-off van de geplande mini-expositie "klap op de vuurpijl" in het Collectie Informatie Centrum van het Legermuseum, maar omdat de mini-exposities geslachtofferd zijn met het oog op Soesterberg, is het nu een weeskind. Geheel in de geest van de Amerikaanse filosoof Roy Sorensen die gisteren te gast was in Wintergasten en die gespecialiseerd is in dingen die er feitelijk niet zijn, maar die wel invloed hebben op de dagelijkse gang van zaken. Ik bedoel hier niet het nieuwe museum hoor, maar de mini-expositie. [smile]

Mathieu zorgde voor de titel. In zijn mooie artikel in de nieuwe Armamentaria die vandaag verscheen, staat het woord "ernstvuurwerk" als tegenhanger van "siervuurwerk". Hij schrijft over oorlogsvuurpijlen dat ze in het derde kwart van de 19e eeuw uit het zicht verdwenen als oorlogswapen, maar alleen nog werden gebruikt als signaalmiddel. En dat is nu precies waar ik naar toe wil.
Nachtelijk vuurwerk boven het slagveld

De hemel boven het slagveld moet er af en toe uitgezien hebben alsof er een machtig vuurwerk aan de gang was. Behalve door over en weer vliegende granaten werd de hemel doorkliefd met vuurpijlen en lichtsignalen van verschillende kleuren en vormen. De volgende impressie is van zo'n "son et lumière" boven de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.

“Eergisteren van acht uur ’s avonds tot in de vroege morgen ben ik getuige geweest van de beschietingen. Ik zat er als in de loge van een schouwburg en door de kijksleuf zag ik voor mijn ogen hoe de opera zich afspeelde; een barbaarse en ononderbroken muziek, Franse en Duitse kanonschoten van alle kalibers, geweerschoten, mitrailleurs. De vlammen van de schoten verlichtten de hemel, de harde lichtflitsen van de weerkaatsingen doortrokken de hemel. Vreemde langgerekte acteurs die naderbij kwamen, zich weer terugtrokken, zich vergrootten, verkleinden, lichtkogels die uiteenspatten in een regen, lichtsignalen in een bundel, in een bol, witten oranje-roden blauwen groenen stijgen op, bijzondere en geraffineerde danseressen."

Het citaat is uit een brief van 2 september 1915 van schrijver-dichter Guillaume Apollinaire gepubliceerd in "Lettres à Madeleine". Apollinaire was artilleriewaarnemer in het Franse leger en gefascineerd door de techniek, de dynamiek en de energie van de oorlog. Wat hij zag was een nachtgevecht aan het loopgravenfront, met alles wat er bij hoorde, een artilleriebeschieting, een infanterieaanval en de onvermijdelijke reacties van de tegenstander. De kanonnen kregen hun aanwijzingen niet alleen van artilleriewaarnemers maar regeerden op lichtsignalen van de soldaten in de voorste loopgraven. Als de infanterie na een aanval de bereikte posities wilde markeren werden gekleurde vuurpijlen afgeschoten. Schoot de eigen artillerie te kort, wat geen uitzondering was, dan volgde het signaal "vuur naar voren verleggen". Er konden andere eenvoudige bevelen gegeven worden, zoals "vuur terugleggen", "spervuur", "breng meer munitie", "zend reserves", enz. De signalen konden bestaan uit verschillende kleuren of vormen, waarvan de betekenis voorafgaand aan de aanval was afgesproken. De betekenis moest zo lang mogelijk geheim blijven en de code werd minstens elke week veranderd, om de vijand niet in de kaart te spelen.

Het gebruik van lichtsignalen was een snelle vorm van communicatie, in een tijdperk waarin draadloze communicatie nog nauwelijks bestond, zonder tussenkomst van hogere instanties. Het was wel éénrichtingsverkeer, van voren naar achteren. Ook zorgde de zichtbaarheid en herkenbaarheid nog wel eens voor vergissingen. De tegenstander gebruikte ook lichtsignalen, die nauwelijks verschilden van de eigen signalen en niet alle kleuren waren even goed te herkennen. Rood, groen, geel en wit waren de beschikbare kleuren en door combinaties te maken werd het aantal mogelijkheden uitgebreid, maar dat werd er niet eenvoudiger op en de kans op vergissingen was groot. Uit de aanbevelingen in de voorschriften blijkt dat rood de best zichtbare kleur was en dat groen en geel gemakkelijk verward konden worden met wit licht. Naast de verschillende kleuren had men de beschikking over signalen die variaties in vorm te zien gaven. Duitse voorschriften spreken over:

Sternpatronen, Signalpatronen mit Perlen, - mit Verästelung, - mit Doppelstern, - mit Blitz., - mit nachziehenden Perlen en dan waren er ook nog patronen die voorzien waren van een kleine parachute om de lichtbol zo lang mogelijk in de lucht te houden. Het is in deze warboel begrijpelijk dat vergissingen vaak voorkwamen. Als de communicatie tussen infanterie en artillerie niet lukte, dan kon dit vele slachtoffers tot gevolg hebben, soms door het "eigen vijandelijke vuur", waarmee de eigen te kort schietende artillerie bedoeld werd. De aanbeveling was dan ook om alleen enkelvoudige signalen te gebruiken, in één kleur en met maar één vooraf afgesproken betekenis, en om dat signaal net zo lang te herhalen tot de boodschap was overgekomen.

Apollinaire zag het ernstige vuurwerk vanaf een relatief veilige positie. Maar dat was voor hem niet voldoende. Hij was, zoals meer kunstenaars in die tijd, gefascineerd door de oorlog en vond het een voorrecht om het te mogen meemaken. Hij was eerst als vrijwilliger bij de artillerie terecht gekomen maar hij vond dat hij daar niet dicht genoeg op de actie zat. Hij vroeg overplaatsing aan naar de infanterie om voor in de loopgraven midden tussen het strijdgewoel te zitten. Hij wilde het allemaal zelf ondergaan. De italiaanse futuristen gingen nog een stap verder. Ze beschreven de oorlog als het buitengewone gevoel van de onweerstaanbare kracht van destructie. De moderne oorlog vroeg om een moderne manier van schilderen. Het realisme had voorgoed afgedaan en voldeed niet meer om de nieuwe tijd te beschrijven. Ze verheerlijkten de oorlog en zagen het als een opstuwing van het leven naar een hoger niveau van activiteit. Kracht, snelheid, dynamiek. Ze bewonderden de technische vooruitgang, technologie en mechanisatie. De toekomst was het enige dat telde en er moest afgerekend worden met het verleden. Ze verheerlijkten het gevaar en de spanning, overdrijving, destructie, rebellie. "Buiten de strijd is er geen schoonheid. Geen meesterwerk zonder agressief karakter" stond in het manifest van Marinetti te lezen.
(In het manifest stond ook dat alle musea verbrand moesten worden, maar dat schrijf ik hier natuurlijk niet).

Op het omslag van de Gallimard-uitgave van de brieven van Apollinaire uit 2005 staat een schilderij afgebeeld van Gino Severini, ook één van de Italiaanse futuristen, getiteld "Kanon in actie", dat heel goed aansluit bij de tekstpassage. In een poging om ook het lawaai en de bewegingen uit te drukken heeft hij er voor gekozen om teksten als een collage te integreren in zijn schilderij. Het schilderij kan niet alleen bekeken worden maar ook gelezen. "Bboumm - Vuur! - arithmetische perfectie - geometrisch ritme - kracht - geleidelijk naar de aarde afbuigende boog - de aarde verheft zich in golven tegen het kanon - precisie - mechanische soldaten laden systematisch - diepte, angst, stilte "


Overigens keerde Severini zich al vrij snel weer af van deze techniek, omdat het gebruik van teksten toch niet ideaal was en hij raakte ook gefrustreerd omdat het hem niet lukte om de bijtende stank van de loopgraven uit te beelden. Hij liet de oorlog voor wat hij was en ging voortaan verder met het schilderen van stillevens. Andere kunstenaars konden het spektakel van de oorlog niet verwerken; ze kregen psychische problemen en belandden in een inrichting.
Apollinaire bleef zijn opvattingen trouw maar liep in 1917 een hoofdwond op waardoor hij voor de rest van de oorlog uitgeschakeld was. Ik zag in het Historial in Peronne ooit een tentoonstelling over Apollinaire met in een vitrine het met bloed besmeurde boek dat hij aan het lezen was toen hij de granaatscherf tegen zijn hoofd kreeg. Dan is de oorlog weer heel dichtbij.


Over kunstenaars in de Eerste Wereldoorlog: www.art-ww1.com/gb/visite.html

Bij de twee kleine foto's:
Italiaan prepareert een signaalraket
Helft van een britse stereofoto "instructie in de open lucht over signaalraketten en lichten"
Bij de laatste foto: Flares fired by M777 howitzers to illuminate during Operation Tora Arwa V in the Kandahar province Aug. 2 2009.

Vorschriften für den Stellungskrieg für alle Waffen
Teil 9. Nachrichtenmittel und deren Verwendung, Berlin 1917
Teil 4. Leuchtmittel, Berlin 1916
Teil 5. Der Artillerieflieger und der Artillerieballon, Berlin 1918

Boekreferentie: Guillaume Apollinaire, Lettres à Madeleine, Gallimard Paris 2005

Nieuw uitgekomen: Armamentaria 45, jaarboek Legermuseum 2010/2011. Met o.a. Mathieu Willemsen, Oorlogsvuurpijlen en het Nederlandse Leger

Aris de Bruijn
The Legermuseum Archives

Geen opmerkingen:

Een reactie posten