Toen ik deze week de
aankondiging las dat de Antiques Roadshow in 2014 een speciale uitzending gaat
wijden aan voorwerpen uit de Eerste Wereldoorlog, moest ik meteen terugdenken
aan een sterk staaltje van toeval dat me een jaar of tien geleden is overkomen.
Op een zondagmiddag zat ik wat te lezen in een van de boeken van Lyn Macdonald. Ik las een
verhaal over een Britse soldaat die een fotolijstje had gesneden uit een van de
biscuits uit zijn noodrantsoen. Die biscuits schijnen zo ongelooflijk hard
geweest te zijn dat je ze pas kon eten als ze een lange tijd in water of koffie
gedrenkt waren. Een goede voedingsbodem voor Britse soldatenhumor natuurlijk.
De soldaat uit het verhaal had het biscuit-lijstje met de post naar huis
gestuurd, niet netjes ingepakt in papier, maar gewoon kaal, met het adres op de
achterkant geschreven. Nu schijnt deze grap vaker uitgehaald te zijn maar de
Britse legerleiding zag de humor daar niet van in. Men vatte het op als
commentaar op de kwaliteit van de rantsoenen en er dreigde zelfs straf voor
degene die het in zijn hoofd haalde om zijn biscuitje op deze manier naar huis
te sturen. De soldaat uit het verhaal had dan ook geen gebruik gemaakt van de
militaire post, maar had er naast het adres ook een postzegel op geplakt en
zijn zending in een burger brievenbus gedeponeerd.
Sterk verhaal zou je
zeggen maar het wordt nog veel sterker. Op dezelfde zondag waarop ik het
verhaal las, keek ik 's avonds op BBC naar de Antiques Roadshow, en daar
verscheen iemand met net zo'n biscuit-fotolijstje, met opgeschreven adres en
een postzegel, opgestuurd door een soldaat uit de loopgraven in Frankrijk.
Hoeveel van die biscuit-fotolijstjes zijn er eigenlijk?
Dat de Britse
biscuits uit de noodrantsoenen vaker opgestuurd zijn kan bijna niet anders,
want er was er ook al een te zien bij een expositie in een Londens museum, een
poosje geleden. Hierbij een plaatje van het Londense biscuitje en van Henry
Barefield, de man die hem opstuurde.
Dat de biscuits hard
waren wordt door talrijke verhalen en anekdotes bevestigd. Er werden allerlei
manieren bedacht om ze klein te krijgen en eetbaar te maken. Een soldaat
schreef in een brief naar huis dat ze zo hard waren dat ze met stenen in
stukken werden geslagen. Hij schreef:
"I've held one in my hand and hit the sharp
corner of a brick wall and only hurt my hand. Sometimes we soaked the smashed
fragments in water for days. Then we would heat and drain, pour condensed milk
over and get it down."
Anderen beschreven
het koken van de biscuits in een zandzak, samen met aardappelen en uien. Ik
vond op internet nog een ander recept, maar dat was dan weer voor een
Amerikaanse versie van de biscuits, die blijkbaar net zo hard waren. En die stammen nog uit de Amerikaanse burgeroorlog.
Ik weet niet of de
plaatjes bij dit artikel precies de biscuits voorstellen uit het verhaal. Ik
kan me herinneren dat het op tv getoonde exemplaar rechthoekig was en niet
vierkant. Tegenwoordig worden de noodrantsoenen, inclusief biscuits weer
nagemaakt. Misschien voor re-enactors of props voor films. Maar die biscuits
zijn dan van gegoten kunsthars gemaakt en daar kun je zelfs geen fotolijstje
meer van maken.
Later heb ik nog
meermalen geprobeerd om de passage terug te vinden in het boekje van Lyn
Macdonald, maar dat lukt me niet meer. Wat dat betreft lijkt het sterk op het
"Boek van Zand" verhaal van Jorge Luis Borges. Nooit zal je twee keer
dezelfde pagina aanschouwen en de paginanummers veranderen voortdurend van
volgorde. Misschien komt er bij de Antiques Roadshow uitzending in 2014 weer
zo'n biscuitje en dan zal ik bij toeval ook de bladzijde in het boek
terugvinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten