donderdag 15 juli 2010

De Kondschapsdienst


De geschiedenis van de Militaire Inlichtingendienst begint een paar jaar voor de Eerste Wereldoorlog met iets dat Studiebureau Vreemde Legers heette, maar als officiële oprichtingsdatum geldt 25 juni 1914. Toen ontstond de derde afdeling van de Generale Staf, kortweg genaamd GS III en het was tot aan het uitbreken van de oorlog het eenmansbedrijfje van luitenant der cavalerie H.A.C.Fabius.

Taak was uiteraard het verzamelen van inlichtingen over de buitenlandse legers. Een van de manieren waarop men dit probeerde te bereiken was door middel van de Kondschapsdienst. Een netwerk van informanten, particulieren, burgers die in de buurt van de grens woonden, douanebeambten, handelaren, mensen die regelmatig en zonder argwaan te wekken gemakkelijk de grens over konden, die werden geronseld om inlichtingen te verzamelen over de buurlanden. Het ging bij de Kondschapsdienst niet bepaald om geheim agenten. Het waren eerder verkenningen door fietstochtjes en waarnemingen met de verrekijker.
Deze informanten brachten rapport uit aan de divisiecommandanten van het leger, die op hun beurt de inlichtingen weer doorgaven aan bureau GS III, het bureau van Fabius.

Na de Eerste Wereldoorlog raakte de noodzaak tot verzamelen van inlichtingen wat op de achtergrond, om in de jaren 30 weer op te bloeien. De meeste Kondschappers werden toen gerecruteerd uit kringen van mensen met een militaire achtergrond, maar toen bij de mobilisatie alle reserveofficieren werden opgeroepen zat men in één klap zonder personeel, dus dat was geen slimme zet. Er zijn voorbeelden bekend waarbij men toen uit nood maar de buurman nam, of aan de vrouw van de opgeroepen officier vroeg om een vervanger te zoeken voor haar man. De Kondschapsdienst in de Tweede Wereldoorlog wordt dan ook als een mislukking gezien. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog weken de meeste kopstukken van GS III uit naar Londen, maar Fabius en de rest van de afdeling bleven in bezet gebied achter. Wel is op last van Fabius in de meidagen van 1940 het archief van GS III vernietigd.

Zoals ook al beschreven in het stukje "Asperges voor de landsverdediging" werd op 1 december 1940 het Weermachtsarchief opgericht, met als doel het bijeenbrengen van de belangrijkste archieven van de land- en zeemacht. Op 24 maart 1941 ontving het Legermuseum in Leiden een brief van de directeur van dit Weermachtsarchief, Luitenant-Kolonel G.Fabius. (Wel familie van de H.A.C.Fabius van GS III maar op welke manier? Ik weet het niet, er zijn veel Fabiussen geweest in het Nederlandse leger). Hij schrijft:

"Met dit schrijven doe ik u toekomen een doos met penningen, welke door den Chef van den Generalen Staf omstreeks 1910 werden uitgereikt aan personen belast met den Kondschapsdienst, teneinde zich als zoodanig te kunnen legitimeren. Deze penningen zijn tusschen de aan mij gezonden archieven van den Generalen Staf gevonden. Ik vermeen er goed aan te doen, U deze voor het Legermuseum af te staan."

Ondanks herhaalde pogingen is het nog niet gelukt om de penningen in de collectie te traceren. Het is ook onduidelijk hoe ze er precies uit moeten zien. Het inlichtingenwerk en de Kondschapsdienst zijn toch met wat geheimzinnigheden omgeven. Zelfs het uiterlijk van de penningen was geheimzinnig, want Dick Engelen (zie hieronder) schrijft er over: "Om zich te kunnen legitimeren, kregen de kondschappers een penning uitgereikt waarvan vorm en opschrift de militaire commandanten bekend was".
Ik vraag me af of deze kennis nu verloren is gegaan. Zouden wij ze wel kunnen herkennen? Fabius vermeldt nog wel in zijn brief dat hij één enkel exemplaar van een penning naar het Krijgsgeschiedkundig Archief heeft gestuurd, maar dat is bij het bombardement op het Haagse Bezuidenhout in 1945 ten onder gegaan, dus dat biedt ook geen oplossing.
Bij gebrek aan iets beters heb ik een foto geplaatst van mijn eigen hondenpenning, hoewel ik nooit op de fiets en met een verrekijker de grens over ben geweest.

Archiefreferentie voor de brief van G.Fabius: 0844-0008

De geschiedenis van de militaire inlichtingendienst is beschreven in het boek van Dick Engelen, De militaire inlichtingendienst 1914-2000, Den Haag 1999
Of voor iets zwaarder geschut:
The Netherlands and World War I ; espionage, diplomacy and survival
Hubert P. van Tuyll van Serooskerken, 2001
Beide boeken zijn aanwezig in de bibliotheek van het Legermuseum.

Aris de Bruijn
The Legermuseum Archives

1 opmerking:

  1. Hello to every one, it's in fact a nice for me to pay a quick visit this site, it contains priceless Information.

    Here is my webpage; payday loans

    BeantwoordenVerwijderen